Studies betreffende beroepsmatige blootstelling

DE WAARNEMING VAN MICROSHOCKS BIJ LIJNMANNEN DIE WERKEN AAN HOOGSPANNINGSLIJNEN IN HET VERENIGD KONINKRIJK.
Ahmed Y , Rowland SM .
J Occup Environ Hyg. 2009;6(8):475-482.

Lijnmannen die werken aan hoogspanningsinstallaties rapporteren soms onplezierige ontladingen van de installatie. Deze gewaarwordingen zijn bekend als microshocks en zijn het gevolg van capacitieve koppeling van de lijnman met een hoogspanningsbron en eruit volgende ontlading wanneer hij in de directe nabijheid is van geaarde objecten. Vaak is dit enkel een ergernis, maar de sterkte kan zo groot worden dat men het werk moet stoppen. Microshocks zijn onvoorspelbaar en daarom is het plannen van onderhoudswerk ter preventie niet mogelijk. Dit onderzoek heeft nagegaan welke factoren een directe invloed hebben op de frequentie en intensiteit van de ontladingen. 102 tranmissielijnmannen van Engeland en Wales namen deel aan het onderzoek en gaven details over persoonlijke lichaamskarakteristieken en hun ervaringen met microshocks. De resultaten suggereren een verband tussen body mass index en sommige werkactiviteiten en de kans van een persoon om microshocks te ervaren, en de ernst ervan. Hoge body mass index verlaagt de kans op pijnlijke microshocks. Het beklimmen van traliewerktorens in de omgeving van geleiders is de activiteit waar het fenomeen het meest voorkomt. De incidentie van microshocks is toegenomen of gelijk gebleven in de laatste 5 jaar.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN EN DEMENTIE: RESULTATEN VAN EEN BEVOLKING-GEBASEERD ONDERZOEK VAN DEMENTIE IN ZWEEDS TWEELINGEN.
Andel R, M Crowe, Feychting M, Pedersen NL, Fratiglioni L, Johansson B, Gatz M.
J Gerontol Een Biol Sci Med Sci. 2010; 65 (11): 1220-1227.

De auteurs onderzochten de associatie tussen de blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (EMF) en het risico op dementie en de ziekte van Alzheimer met behulp van alle 9.508 personen uit de studie van dementie bij Zweedse tweelingen (Harmony) en met betrouwbare gegevens betreffende het beroep en de diagnose.

Dementie diagnoses waren gebaseerd op telefonische screening gevolgd door een klinische evaluatie. Het levenslang belangrijkste beroep werd gecodeerd volgens een vastgestelde EMF blootstellingsmatrix. Covariaten waren leeftijd, geslacht, opleiding, vasculaire risicofactoren en de complexiteit van het werk. Op basis van eerder onderzoek werden de gegevens ook apart geanalyseerd voor de gevallen met de aanzet van ziekte voor de leeftijd van 75 jaar versus later, mannen versus vrouwen, en die met manueel versus non-manueel hoofdberoep. Gegeneraliseerde schattingsvergelijkingen werden uitgevoerd met de hele steekproef (aan te passen voor de inclusie van complete tweelingparen) en voorwaardelijke logistische regressie met enkel complete tweelingparen.

Het niveau van blootstelling aan elektromagnetische velden was niet significant geassocieerd met dementie of de ziekte van Alzheimer. Echter in gestratificeerde analyses werden medium en hoge niveaus van blootstelling aan elektromagnetische velden geassocieerd met een verhoogd risico op dementie in vergelijking met een laag niveau van blootstelling in gevallen waarbij de aandoening voor de leeftijd van 75 jaar optrad (odds ratio: 1,94, 95% betrouwbaarheidsinterval: 1.07-3.65 voor medium, odds ratio : 2.01, 95% betrouwbaarheidsinterval: 1.10-3.65 voor hoge) en in de deelnemers met manuele beroepen (odds ratio: 1,81, 95% betrouwbaarheidsinterval: 1.06-3.09 voor medium, odds ratio: 1,75, 95% betrouwbaarheidsinterval: 1.00-3.05 voor hoog). Resultaten met 42 tweelingparen discordant zijn voor dementie bereikte geen statistische significantie.

Conclusies: Beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden lijkt relevant voor dementie met een vroege aanvang en onder voormalige arbeiders.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN EN SEKSE GEDIFFERENTIEERD RISICO OP OOGMELANOOM.
Behrens T, Lynge E, Cree I, Sabroe S, Lutz JM, Afonso N, Eriksson M, Guénel P, Merletti F, Morales-Suarez-Varela M, Stengrevics A, J Févotte, Llopis-González A, Gorini G, G Sharkova , Hardell L, Ahrens W.
Occup Environ Med. 2010; 67 (11): 751-759.

De associatie tussen beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden (EMV) en het risico op oogmelanoom werd onderzocht in een case-control studie in negen Europese landen.

Incidente gevallen van oogmelanoom en ziekenhuis- en bevolkingscontroles werden verzameld en de frequentie werd bepaald per land, 5-jaars geboortecohort en geslacht. Proefpersonen werd gevraagd of zij dicht bij hoogspanningstransmissieinstallaties, computerschermen en diverse elektrische machines, of in complexe elektrische omgevingen hebben gewerkt. Metingen van twee Scandinavische job-exposure matrices werden toegepast om de levenslange cumulatieve blootstelling aan elektromagnetische velden te schatten. Onvoorwaardelijke logistische regressie-analyses, gestratificeerd naar geslacht en kleur van de ogen werden berekend, gecorrigeerd voor verschillende potentiële verstorende variabelen.

293 patiënten met een oogmelanoom en 3198 controle personen werden geïnterviewd. Vrouwen die worden blootgesteld aan elektrische transmissie installaties bleken een verhoogd risico te hebben (OR 5,81, 95% CI 1,72 tot 19,66). Positieve associaties met de blootstelling in de controlekamers werd vastgesteld bij mannen en vrouwen, maar de meeste risicotoename kwam voor bij personen met een donkere kleur van de iris. Toepassing van EMF metingen gaf een sterkere risicotoename bij vrouwen dan bij mannen. Opnieuw waren verhoogde risico’s beperkt tot personen met een donkere kleur van de ogen.

Conclusie: Hoewel gebaseerd op een lage prevalentie van blootstelling aan potentiële beroepsmatige bronnen van EMF blijkt uit deze gegevens dat blootgestelde vrouwen met donkere ogen een specifiek risico voor oogmelanoom vertonen.

Evaluatie van chromosomale wijzigingen bij electriciens die beroepsmatig worden blootgesteld worden blootgesteld aan lage frequentie van elektromagnetische velden (EMV) in Coimbatore, India.
Balamuralikrishnan B, Balachandar V, Kumar SS, Stalin N, Varsha P, Devi SM, Arun M, Manikantan P, Venkatesan C, Sasikala K, Dharwadkar SN.
Aziatische Pac J Cancer Prev. 2012; 13: 2961-2966.

Het doel van deze studie was om beroepshalve geïnduceerde chromosomale schade te beoordelen in EMV werknemers blootgesteld aan lage stralingsniveaus. De auteurs gebruikten conventionele metafase chromosoom aberratie (CA) analyse en de micronucleus (MN) test als biologische indicatoren van niet-ioniserende straling. In deze studie werden in totaal 70 proefpersonen geselecteerd met 50 blootgestelden en 20 controles. Een geïnformeerde toestemming werd verkregen van alle deelnemers en de studie werd uitgevoerd in overeenstemming met de Verklaring van Helsinki en de goedkeuring van de lokale ethische commissie. Een hogere mate van CA en MN werd waargenomen in blootgestelden vergeleken met controles, waarbij de frequentie van CA aanzienlijk toenam met jarenlange blootstelling (P <0,05). Bovendien werd een toename van CA en MN met de leeftijd genoteerd in zowel blootgestelden als controles, maar was de toename significant groter in de eerste groep. De resultaten van deze studie toonden een significante inductie van cytogenetische schade in perifere lymfocyten van werknemers beroepshalve blootgesteld aan elektromagnetische velden in elektrische transformator en distributie stations aan.

Conclusie: Deze bevindingen suggereren dat elektromagnetische velden een genotoxisch vermogen, zoals gemeten door CA en MN testen bezitten. CA analyse bleek gevoeliger dan andere cytogenetische eindpunten. Geconcludeerd kan worden dat chronische blootstelling aan elektromagnetische velden kan leiden tot een verhoogd risico op genetische schade bij elektriciens.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING EN STERFTE DOOR DE ZIEKTE VAN PARKINSON IN EEN PROSPECTIEVE NEDERLANDSE COHORT. NEDERLANDS COHORT.
Brouwer M, Koeman T, van den Brandt PA, Kromhout H, Schouten LJ, Peters S, Huss A, Vermeulen R.
Occup Environ Med. 2015; 72 (6): 448-455.

De auteurs onderzochten de associatie tussen zes beroepsmatige blootstellingen (pesticiden, oplosmiddelen, metalen, diesel motor emissies (DME), extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF) en elektrische schokken) en sterfte door de ziekte van Parkinson (PD) in een grote populatie- gebaseerde prospectieve cohortstudie. In de Nederlandse Cohort Studie naar voeding en kanker waren 58 279 mannen en 62 573 vrouwen tussen 55 en 69 jaar ingeschreven in 1986. De deelnemers werden gedurende meer dan 17,3 jaar, tot december 2003, opgevolgd voor oorzaak-specifieke sterfte, resulterend in 402 mannelijke en 207 vrouwelijke PD sterfgevallen. Met een case-cohort design werd een subcohort van 5 000 deelnemers willekeurig bemonsterd uit de volledige cohort. Informatie over het beroepsverleden en potentiële confounders werd verzameld bij baseline. Job-exposure matrices werden toegepast om beroepsmatige blootstelling toe te wijzen. Associaties met PD mortaliteit werden geëvalueerd met behulp van Cox regressie.

Bij de mannen werden verhoogde Hazard Ratio’s (HR) waargenomen voor blootstelling aan pesticiden en ooit hoog blootgesteld aan ELF-MF (HR 1,54, 95% CI 1,00-2,36). Er werd geen verband met de blootstellingsduur of trend in de cumulatieve blootstelling waargenomen voor elk van de beroepsmatige blootstellingen. De resultaten bij de vrouwen waren instabiel vanwege kleine aantallen hoogblootgestelde vrouwen.

Conclusies: Associaties met PD mortaliteit werden waargenomen voor beroepsmatige blootstelling aan pesticiden en ELF-MF. Echter, het gewicht dat aan deze bevindingen moet gegeven worden is beperkt door het ontbreken van een monotone trend met ofwel duur van de blootstelling ofwel cumulatieve blootstelling.

CASE-CONTROL STUDIE VAN BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN EN  HET RISICO OP GLIOMA.
Carlberg M, Koppel T, Ahonen M, Hardell L.
Am J Ind Med. 2017; 60 (5): 494-503.

Levenslange beroepen werden beoordeeld in een case-control studies in de periodes 1997-2003 en 2007-2009. Een ELF-EMF Job Exposure Matrix werd gebruikt om de beroepen te associëren met ELF-blootstelling (μT). Cumulatieve blootstelling (μT-jaar), gemiddelde blootstelling (μT) en maximale blootgestelde blootstelling (μT) werden berekend.

Cumulatieve blootstelling gaf voor astrocytoma-graad IV (glioblastoma multiforme) in het tijdvenster 1-14 jaar een odds ratio (OR) = 1,9, 95% betrouwbaarheidsinterval (CI) = 1,4-2,6, p lineaire trend <0,001 en in het tijdvenster 15 + jaar OR = 0,9, 95% CI = 0,6-1,3, p lineaire trend = 0,44 in respectievelijk de hoogste blootstellingscategorieën 2.75+ en 6.59+ μT jaar.

Conclusies: Er is een verhoogd risico in het late stadium (bevordering/progressie) van astrocytoma-graad IV voor beroepsmatige blootstelling aan ELF-EMF gevonden.

CASE-CONTROL STUDIE OVER DE ASSOCIATIE TUSSEN BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN MET EEN ZEER LAGE FREQUENTIE EN HET OPTREDEN VAN MENINGIOOM.
Carlberg M, Koppel T, Ahonen M, Hardell L.
Biomed Res Int. 2018 Jan 3 2018: 5912394.

Blootstelling aan extreem laagfrequente elektromagnetische velden (ELF-EMF) werd door het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek van de WGO in 2002 geclassificeerd als een mogelijke kankerverwekkend agens voor de mens, Groep 2B, op basis van een verhoogd risico op kinderleukemie. In case-control studies over hersentumoren gedurende de periodes 1997-2003 en 2007-2009 evalueerden de auteurs levenslange beroepen naast de blootstelling aan verschillende agentia. De INTEROCC ELF-EMF Job-Exposure Matrix werd gebruikt voor het associëren van beroepen met ELF-EMF-blootstelling (μT) met meningeoom. Cumulatieve blootstelling (μT-jaar), gemiddelde blootstelling (μT) en maximale blootgestelde job (μT) werden berekend.
Er werd geen verhoogd risico op meningeomen gevonden in welke categorie dan ook. Voor cumulatieve blootstelling in de hoogste blootstellingscategorie 8,52+ μT jaar werd een odds ratio (OR) = 0,9, 95% betrouwbaarheidsinterval (CI) = 0,7-1,2 en p lineaire trend = 0,45 berekend. Er werden geen statistisch significante risico’s gevonden in de verschillende tijdvensters.
Conclusies: Beroeps-ELF-EMF was niet geassocieerd met een verhoogd risico op meningeomen.

STUDIE VAN HET GENOTOXISCHE RISICO VOOR DE WERKNEMERS VAN TRANSFORMATOR EN DISTIBUTIE LIJN STATIONS.
Celikler S, Aydemir N, Vatan O, Kurtuldu S, Bilaloglu R.
International Journal of Environmental Health Research 2009; 19(6): 42-43.

Een cytogenetische monitoring studie werd uitgevoerd op een groep van werknemers uit de transformator en de distributie lijn stations in de provincie Bursa van Turkije, om te onderzoeken wat het genotoxische risico van beroepsmatige blootstelling aan extreem laagfrequente elektrische (ELF) en magnetische velden (EMF) is. Cytogenetische analyse, namelijk chromosoom-afwijkingen (CA) en micronucleus (MN) tests werden uitgevoerd op een streng geselecteerde groep van 55 werknemers en vergeleken met 17 controles. CA en MN frequenties in werknemers met blootstelling bleken significant hoger dan in de controlegroep ( p<0,001, 0,05, respectievelijk). De frequentie van de CA in kwetsbare groepen waren significant toegenomen met de jaren van blootstelling ( p<0,01). Het effect van roken op het niveau van CA en MN was niet significant in de controle en blootstelling groepen.

Conclusies: De resultaten van deze studie tonen een significante inductie van cytogenetische schade in perifere lymfocyten van de werknemers met beroepsmatige blootstelling aan ELF EMV in elektrische transformator en distributie stations.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP HERSENTUMOREN.
Coble JB , Dosemeci M , Stewart PA , Blair A , Bowman J , Fine HA , Shapiro WR , Selker RG , Loeffler JS , Black PM , Linet MS , Inskip PD.
Neuro Oncol. 2009;11(3):242-249.

De auteurs zochten naar een associatie tussen beroepsmatige blootstelling en ELF magnetische velden en het risico op glioma en meningioma. Beroepsmatige blootstelling en ELF magnetische velden werd ingeschat voor 475 glioma gevallen, 197 meningioma gevallen en 799 controles in een hospitaal gebaseerde gevallen-controles studie. Alle subjecten kregen een beroepsloopbaan-vragenlijst. Voor 24% van de jobs werden deze aangevuld met job-specifieke vragenlijsten of ‘jobmodules’ om meer informatie te krijgen over het gebruik van elektrische toestellen en uitrusting op het werk. Job-specifieke kwantitatieve schattingen van de blootstelling in milligauss werden toegekend op basis van een vroeger gepubliceerde job-blootstelling-matrix (JEM) met een modificatie op basis van de jobmodules. Jobs werden gecategoriseerd als = 1.5 mG, >1.5 tot <3.0 mG, en = 3.0 mG. Er werden vier blootstellingsparameters bekeken: (1) maximum blootgestelde job; (2) aantal jaren met blootgestellling boven 1.5 mG; (3) cumulatieve loopbaanblootstelling; en (4) gemiddelde loopbaan-blootstelling. Odds ratios werden berekend gebruik makend van onconditionele logistische regressie met correctie voor leeftijd, geslacht en locatie van ziekenhuis. De jobmodules verhoogden het aantal jobs met blootstelling = 3 mG van 4% tot 7% ten overstaan van de JEM evaluatie. Er was geen statistisch significante toename in de OR’s of trend in de OR’s tussen blootstellingscategorie voor de 4 verschillende blootstellingsparameters en de 3 geanalyseerde tumortypes.

Conclusie: Beroepsmatige blootstelling aan magnetische velden die ingeschat werd via jobmodules is niet geassocieerd met een toename van het risico op glioma, glioblastoma en meningioma.

EEN BEVOLKINGSGEBASEERDE COHORT STUDIE OVER BEROEPSMATIGE BLOOT-STELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN EN OVERLIJDEN TEN GEVOLGE VAN CARDIO-VASCULAIRE ZIEKTEN.
Cooper AR, Van Wijngaarden E, Fisher SG, Adams MJ, Yost MG, Bowman JD.
Ann Epidemiol. 2009; 19: 42-48.

De risico’s voor overlijden door de belangrijkste cardiovasculaire aandoeningen werden onderzocht in een groep Amerikaanse arbeiders van de Nationale longitudinale mortaliteitsstudie door middel van multivariate proportionele hazard modellen. Na correctie voor demografische factoren was er geen significante toename van het risico voor cardiovasculaire aandoeningen tussen personen met een gemiddelde (0,15 < 0,20 microT), hoge (0,20 < 0,30 microT), of zeer hoge
(> 0,30 microT) blootstelling in vergelijking met achtergrond blootstelling (0,15 microT) aan magnetische velden. Indirecte correctie voor mogelijke verstorende variabelen door roken wijzigde de resultaten niet.
Besluit: Deze studie wijst niet op een verband tussen beroepsmatige blootstelling aan magnetische velden en overlijden aan cardiovasculaire aandoeningen.

EEN GEVALLEN-CONTROLES STUDIE VAN BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN EN DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER. RESULTATEN VAN DE ALZHEIMER DIAGNOSE EN BEHANDELING CENTRA IN CALIFORNIË.
Daanipour Z, Tseng CC, Lee PJ, Sobel E.
BMC Neurol 2007; 7:13.

Enkele studies hebben de mogelijke relatie tussen de ziekte van Alzheimer en beroepen met blootstelling aan ELF magnetische velden bestudeerd. Het doel van deze studie was om de mogelijke associatie in een grote patiënten groep met expert diagnoses te bestuderen.

De subjecten kwamen van 8 van de 9 Alzheimer diagnose en behandelingscentra in Californië. De gevallen hadden een mogelijke of zekere diagnose van de ziekte van Alzheimer. Controles hadden oorspronkelijk een dementie gerelateerd probleem anders dan vasculaire dementie en waren niet dement volgens expert onderzoek. De beroepen werden geklasseerd als lage, gemiddelde en hoge blootstelling aan magnetische velden op basis van vroeger onderzoek. Beroepsinformatie was beschikbaar van 98,6% van de 1527 gevallen en 98,5% van de 404 controles met leeftijd bij eerste onderzoek van ten minste 65 jaar. Bij de gevallen had 2,1% een hoge en 5,4% een gemiddelde blootstelling terwijl dit bij de controles 0,8% en 3% was. In univariate analyse was de Odds Ratio voor subjecten met hoge en gemiddelde blootstelling 2,1 (p<0,01) en voor hoge blootstelling alleen 2,9 (p<0,08).

Twee modellen werden gebruikt in multivariate analyse met geslacht, beroerte en leeftijd bij het begin of leeftijd bij eerste onderzoek als covarianten. De Odds Ratio voor blootstelling aan magnetische velden verschilde weinig tussen de twee modellen : 2,2 (p<0,02) en 1,9 (p<0,11) en 3,2 (p<0,12) voor hoge blootstelling alleen. De Odds Ratio’s voor vrouwen waren hoger dan voor mannen, maar niet significant hoger. Er zijn geen wezenlijke verschillen tussen de Odds Ratio’s van univariate en multivariate analyses. Conclusie : verhoogd beroepsmatige blootstelling aan magnetische velden is geassocieerd met een toegenomen risico op Alzheimer.

Familiale, milieu, en beroepsmatige risicofactoren in de ontwikkeling van amyotrofische lateraal sclerose.
Das K, Nag C, M. Ghosh
N Am J Med Sci. 2012; 4: 350 tot 355.

Deze studie was opgezet om de rol van milieu-, beroeps-, en familiale risicofactoren in de ontwikkeling van ALS te evalueren. Het is een case-control studie van 110 gevallen van zekere ALS met 240 leeftijd en geslacht gematchte controles. Onderzoek werd gedaan naar de volgende factoren: familiegeschiedenis, beroep, woonplaats, bron van drinkwater, de blootstelling aan industriële, chemische, agrarische gifstoffen en zware metalen, fysieke en elektrische verwondingen, werken in een magnetisch veld voor meer dan 10 jaar. Klinische onderzoeken, elektrofysiologische en neurologische beeldvorming onderzoeken werden uitgevoerd bij elke patiënt. Chi kwadraat test, logistische regressie-analyse, en de berekening van odds ratio werden gebruikt om de gegevens te analyseren.

Wonen in landelijke gebieden (odds ratio = 1,99), roken (odds ratio = 1,88), insecticiden en pesticiden blootstelling (odds ratio = 1,61), elektrische letsel (odds ratio = 6,2) werden gedetecteerd als geassocieerde factoren in de ontwikkeling van amyotrofische lateraal sclerose.

Conclusie: De studie wijst op de noodzaak van uitgebreid moleculaire en genetische onderzoek om de geassocieerde factoren bij de etiopathogenese van ALS te sporen voor een beter begrip van de etiologie.

ERNSTIGE COGNITIEVE DYSFUNCTIE EN BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN BIJ OUDERE MEXICAANSE AMERIKANEN.
Davanipour Z, Tseng CC, Lee PJ, Markides KS, Sobel E.
Br J Med Med Res. 2014; 4 (8): 1641-1662.

Dit rapport is de eerste studie van de mogelijke relatie tussen extreem lage frequenties (50-60 Hz, ELF) magnetische velden (MF) blootstelling en ernstige cognitieve disfunctie. Eerdere studies onderzochten de relatie tussen MF beroepsmatige blootstelling en de ziekte van Alzheimer (AD) of dementie. Deze studies toonden gemengde resultaten, afhankelijk van hoe de diagnose van AD of dementie werd uitgevoerd door deskundigen en de gebruikte MF blootstellingsclassificatie methode.

Een populatie-gebaseerde case-control studie werd uitgevoerd door Neurologie en Preventieve Geneeskunde, Keck School of Medicine, University of Southern California gedurende 2 jaar. De onderzoekspopulatie bestond uit 3050 Mexicaanse Amerikanen, ouder dan 65 jaar, die deelnamen aan fase 1 van de Hispanic Established Population for the Epidemiologic Study of the Elderly (H-EPESE) studie. Mini-Mental State Exam (MMSE) resultaten, primaire beroepsverleden en andere gegevens werden verzameld. Ernstige cognitieve dysfunctie werd gedefinieerd als een MMSE-score onder de 10. Er werdt een MF blootstelling methodiek gebruikt die ontwikkeld en gebruikt is in vroegere studies.

Univariate odds ratio’s (OR) waren 3,4 (p <0,03; 95% BI: 1,3-8,9) voor hoge en 1,7 (p = 0,27, 95% BI: 0,7-4,1) voor medium of hoge (M / H) MF beroepen. In multivariate hoofdeffecten modellen, waren de resultaten vergelijkbaar. Wanneer interactie werdt toegelaten in de modellen, waren de interacties tussen M / H of hoge beroepsmatige MF blootstelling en roken of leeftijdsgroep statistisch significant.

Conclusies: De resultaten van deze studie geven aan dat werken in een beroep met hoge of M / H MF blootstelling het voorkomen van ernstige cognitieve disfunctie kan doen toenemen. Roken en oudere leeftijd kan de schadelijke werking van MF blootstelling verhogen.

EVALUATIE VAN HET GENOTOXISCH RISICO BIJ LASSERS DIE BEROEPSMATIG WORDEN BLOOTGESTELD AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN (ELF-MF).
Dominici L, M Villarini, Fatigoni C, Monarca S, Moretti M.
Int J Hyg Environ Health. 2011, 215: 68-75.

Van elektrisch booglassen is bekend dat het een aanzienlijke blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF) kan veroorzaken. Een cytogenetisch monitoring werd uitgevoerd in een groep van lassers om het genotoxisch risico van beroepsmatige blootstelling aan ELF-MF te onderzoeken. Deze studie onderzocht de individuele beroepsmatige blootstelling aan ELF-MF met een persoonlijke magnetische veld dosimeter. De cytogenetische effecten werden onderzocht door het vergelijken van micronuclei (MN) en sister chromatide exchange (SCE) frequenties in de lymfocyten van de blootgestelde werknemers met die van niet- blootgestelde controlepersonen (bloeddonoren) gematcht op leeftijd en rookgedrag. Cytogenetische analyses werden uitgevoerd op 21 werknemers van twee verschillende las-bedrijven in Midden-Italië en vergeleken met 21 controlepersonen. Enkele verschillen tussen de groepen werden waargenomen op de analyse van SCE en MN, terwijl replicatie indices bij de blootgestelden niet bleken te verschillen van de controles. Meer specifiek liet de blootgestelde groep een significant hogere frequentie van MN (groep gemiddelde ± SEM: 6,10 ± 0,39) zien in vergelijking met de controlegroep (4,45 ± 0,30). Bovendien is de toename van de MN geassocieerd met een proportionele verhoging van de ELF-MF blootstellingsniveaus met een dosis-respons relatie.

Conclusie: Een significante daling van de SCE frequentie werd waargenomen bij blootgestelde personen (3,73 ± 0,21) in vergelijking met controles (4,89 ± 0,12). De hypothese van een verband tussen genotoxiciteitstests en ELF-MF blootstelling werd gedeeltelijk ondersteund, met name wat betreft MN assay. Aangezien deze resultaten zijn afgeleid van een kleinschalige piloot studie, moet een onderzoek op grotere schaal worden uitgevoerd.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN MAGNETISCHE VELDEN EN AMYOTROFE LATERALE SCLEROSE IN ZWEDEN.
Fischer H, Kheifets L, Huss A, Peters TL, Vermeulen R, Ye W, Fang F, Wiebert P, Vergara XP, Feychting M.
Epidemiology. 2015; 26 (6): 824-830.

Amyotrofe laterale sclerose (ALS) is consistent gerelateerd aan “elektrische beroepen,” maar associaties met magnetische veldsterkte zijn over het algemeen zwakker dan voor elektrische beroepen. Blootstelling aan elektrische schokken is voorgesteld als een mogelijke verklaring. Verder werden studies over het algemeen gebaseerd op de mortaliteit of de prevalentie van ALS, en de studies hadden vaak beperkte statistische power.

Met behulp van twee elektrische schok studies en drie magnetisch veld job-exposure matrix studies, onderzochten de auteurs de relatie van beroepsmatige blootstelling aan magnetische velden, elektrische schokken, elektrische beroepen, en het optreden van ALS in een bevolking gebaseerde geneste case-control studie in Zweden. Sub-analyses, gespecificeerd a priori, werden uitgevoerd voor de onderwerpen geslacht en leeftijd (minder dan en meer dan 65 jaar).

Over het algemeen observeerden de auteurs geen associaties tussen beroepsmatige blootstelling aan magnetisch velden of blootstelling aan elektrische schokken en ALS. Voor personen jonger dan 65 jaar was een hoge elektrische schok blootstelling geassocieerd met een odds ratio (OR) van 1,22 (95% betrouwbaarheidsinterval [CI] = 1,03, 1,43). Het bijhorende resultaat voor de leeftijdsgroep van 65 jaar of ouder was OR = 0,92 (95% CI = 0,81, 1,05). De resultaten waren vergelijkbaar ongeacht welke job exposure matrix, blootstellingsparameter of cut-of punten werden gebruikt. Voor elektrische beroepen waren OR’s dicht bij de eenheid, ongeacht de leeftijd. Voor lassers in het algemeen werd geen associatie waargenomen, hoewel voor lassers <65 jaar de OR 1,52 (95% CI = 1,05, 2,21) was.

Conclusies: In deze zeer grote populatie gebaseerde studie op basis van optredende ALS gevallen kunnen de auteurs niet de eerdere bevindingen van een hoger risico op ALS in elektrische beroepen bevestigen, en geven alleen een zwakke ondersteuning voor associaties tussen elektrische schokken en ALS.

BEROEPSBLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP ACOUSTISCH NEURINOOM.
Forssen U.M., Lonn S., Ahlbom A., Savitz D.A., Feychting M.
American Journal of Industrial Medicine. 2006; 49 : 11211-8.

Acoustisch neurinoom is de hersentumor met het hoogste relatieve risico in relatie tot ioniserende straling. Andere omgevingsrisicofactoren zijn onbekend. 793 gevallen tussen 1987 en 1999 werden geïdentificeerd in het Zweedse kankerregister. 101.762 controles werden gekozen in de globale bevolking. Informatie betreffende beroep werd verkregen via de volkstelling gegevens en gelinkt met een geslachtsafhankelijke jobblootstellingsmatrix gebaseerd op metingen van de blootstelling aan 50 Hz magnetische velden. De auteurs vonden geen toegenomen risico bij de verschillende blootstellingsparameters die ze gebruikten.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAGE FREQUENTIE ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN: EEN META-ANALYSE.
Garcia AM, Sisternas A, Hoyos SP.
Int J Epidemiol. 2008; 37: 329-340.

Er is de laatste tijd nogal wat aandacht voor beroepsmatige blootstelling, inclusief de blootstelling aan extreem lage frequentie elektromagnetische velden (ELF – EMV), als mogelijke risicofactor voor de ziekte van Alzheimer. Een systematische review en metaanalyse van de epidemiologische studies over dit onderwerp werd uitgevoerd. De opzoeking werd afgesloten in april 2002. De bibliografische databases PubMed, EMBASE, Cochrane Library en NIOSHTIC2 werden geconsulteerd. Door middel van random effect meta-analyse werden gezamenlijke schatters bekomen. Bronnen van heterogeniteit tussen studies en publicatie bias werden opgespoord.

Veertien verschillende studies (negen gevallen-controles en vijf cohort studies) voldeden aan de inclusie criteria. Al deze studies gebruikten gestandaardiseerde criteria voor de diagnose van de ziekte van Alzheimer en de meeste hadden kwantitatieve blootstellingsevaluatie. Gezamenlijke schatters laten een toegenomen risico van de ziekte van Alzheimer zien in de gevallen-controles studies (gezamenlijke Odds Ratio 2,03; 95% betrouwbaarheids interval 12,38-3,00) en in de cohort studies (gezamenlijk relatief risico 1,62; 95% betrouwbaarheidsinterval 1,10-2,27) met een matige tot hoge statistische heterogeniteit in beide gevallen (respectievelijk I(2) = 58% en I(2) = 54%). Cohort studies toonden consistent verhoogde risico’s voor blootgestelde mannen (gezamenlijk Relatief Risico 2,05; 95% betrouwbaarheidsinterval 1,51-2,30, I(2) = 0%). Er was geen evidentie voor een dosis-respons relatie. Onderzoek voor publicatie bias laat een kleine-studies-effect zien, vooral in gevallen-controles studies.

Conclusies : de beschikbare epidemiologische literatuur laat uitschijnen dat er een verband is tussen blootstelling aan ELF-EMV en de ziekte van Alzheimer. Maar beperkingen omtrent de resultaten van deze meta-analyse moeten ook in ogenschouw genomen worden. Meer informatie over de relevante duur en de tijdsperiode van blootstelling, de biologische mechanismen van het mogelijke verband en over interacties tussen blootstelling aan EMV en gekende risicofactoren van de ziekte van Alzheimer is nodig.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELF MAGNETISCHE VELDEN EN DE NATUURLIJKE KILLER ACTIVITEIT IN PERIFERE BLOED LYMFOCYTEN.
Gobba F, Bargellini A, Scaringi M, Bravo G, Borella P.
Sci Total Environ. 2009; 407: 1218-123

ELF magnetische velden zijn mogelijks kankerverwekkend en sommige studies suggereren dat ze kunnen optreden als promotors of progressors. Omdat natural killer (NK) cellen een belangrijke rol spelen in de controle van de ontwikkeling van kanker werd de hypothese geformuleerd dat ELF-MV een negatief effect zou hebben op NK functie. De NK activiteit van 52 arbeiders blootgesteld aan verschillende niveaus van ELF-MV in verschillende activiteiten werd onderzocht. De individuele blootstelling werd gemeten gedurende 3 volledige werkshiften door middel van een persoonlijke dosimeter. Omgevingsblootstelling werd ook gemeten. De ELF-MV niveaus van de arbeiders werd uitgedrukt in TWA (tijdsgewogen gemiddelde) waarden. De NK activiteit werd gemeten in perifere bloed lymfocyten. In deze groep was de mediane blootstelling 0,21 microT. De werknemers werden ingedeeld in een groep laag blootgestelden (26 personen op ≤ 0,2 microT) en een groep hoog blootgestelden (26 personen > 0,21 microT). In de groep hoog blootgestelden werd een tendens van verlaagde NK activiteit vastgesteld tegenover de groep laag blootgestelden, maar het verschil was niet significant. Voor de groep van hoogst blootgestelden (12 personen > 1 microT) werd geen verschil vastgesteld in persoonlijke variabelen, maar wel een significante reductie van NK activiteit. Multivariabele analyse gaf een significante correlatie tussen blootstelling en Lytische Eenheden terwijl er geen correlatie was met andere persoonskarakteristieken.

Conclusies: Blootstelling aan ELF-MV niveaus boven de 1 microT kunnen een rol spelen in de vermindering van NK activiteit die op zijn beurt een rol kan spelen in de gastheer reactie tegen kanker.

GEEN ASSOCIATIE TUSSEN BEROEPSBLOOTSTELLING AAN ELF MAGNETISCHE VELDEN EN DE URINAIRE CONCENTRATIE 6-SULFATOXIMELATONIN BIJ WERKNEMERS.
Gobba F., Bravo G., Scaringi M., Roccatto L.
Bioelectromagnetics 2006; 27 : 667-673.

Een onderdrukking van de melatonine secretie is een mechanisme dat voorgesteld wordt om de mogelijke nadelige effecten van extreem lage frequentie magnetische velden (ELF-MV) te verklaren. De onderzoeksresultaten zijn tot op heden echter tegenstrijdig. In deze studie werd het effect van beroepsmatige ELF-MV blootstelling op de productie van 6-sulfatoximelatonin (6-OHMS) onderzocht. De blootstelling werd gemeten bij werknemers in 3 volledige ploegen door middel van persoonlijke blootstellingsmeters. Residentiële blootstelling werd ook gemeten. Urinair 6-OHMS werd bepaald in de ochtend urine als indicator voor de nachtelijke melatonine productie. Urine werd verzameld op vrijdag en de daaropvolgende maandag. De werknemers werden ingedeeld in klassen volgens hun ELF-MV blootstelling (laag: ≤0,2 μT, hoog: >0,2 μT). 6-OHMS verschilde niet tussen beide groepen (P > 0,05) zowel in vrijdag als in maandag urine. Ook in multivariaat analyse was 6-OHMS niet gerelateerd aan de blootstelling. Er werd ook geen verschil vastgesteld tussen vrijdag en maandag 6-OHMS.

De resultaten spreken de hypothese dat beroepshalve ELF MV blootstelling de melatonine secretie beïnvloed tegen.

OCCUPATIONAL EXPOSURES AND MALE INFERTILITY.
[Beroepsmatige blootstelling en mannelijke onvruchtbaarheid.]
Gracia C.R., Sammel M.D., Coutifaris C., Guzick D.S., Barnhart K.T.
Am. J. Epidemiol. 2005; 162(12): 729-733.

Een retrospectieve gevallen-controle studie werd uitgevoerd met gegevens verzameld tussen 1991 en 1997 in 9 klinieken van de USA. Er werden 650 infertiele gevallen vergeleken met 691 fertiele controles. De blootstelling werd geëvalueerd d.m.v. een zelf ingevulde vragenlijst. Een beschermende associatie met onvruchtbaarheid werd gevonden voor beroepen met blootstelling aan ioniserende straling en beeldschermen. Er werd geen verband gevonden tussen onvruchtbaarheid en elektromagnetische velden.

RISICO OP NEUROLOGISCHE ZIEKTEN ONDER DE OVERLEVENDEN VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN: EEN LANDELIJKE COHORT STUDIE IN DENEMARKEN, 1968-2008.
Grell K, Meersohn A, Schüz J, Johansen C.
Bioelectromagnetics. 2012; 33: 459 tot 465.

Verschillende studies suggereren een verband tussen elektrische verwondingen en neurologische aandoeningen, waarbij elektrische schokken de verhoogde risico’s voor neuronale degeneratie en daaropvolgende neurologische aandoeningen kan verklaren. De auteurs voerden een retrospectieve cohort studie naar het risico van neurologische aandoeningen bij mensen in Denemarken die een elektrische ongeval hadden overleefd in 1968-2008. De cohort omvatte 3.133 mensen en de gevallen van neurologische aandoeningen werden bepaald door koppeling aan de landelijke bevolkingsgebaseerde Deense Rijksregister van patiënten. Het aantal gevallen waargenomen bij een eerste ziekenhuiscontact in de cohort werden vergeleken met de respectieve eerste ziekenhuis contacten voor neurologische ziekten in de algemene populatie. We zagen significant toegenomen risico’s voor perifere zenuwziekten (gestandaardiseerde ziekenhuisopname ratio (SHR), 1,66, 95% betrouwbaarheidsinterval (BI), 1,22-2.22), voor migraine (SHR, 1,80, 95% CI, 1,23-2,54), voor vertigo (SHR, 1.60, 95% CI, 1,22-2,05) en voor epilepsie (SHR, 1,45, 95% CI, 1.11 tot 1.85). Van andere neurologische aandoeningen werden enkel kleine aantallen gevallen gevonden, waardoor risicoschatting onzeker is.

Conclusie: Deze bevindingen suggereren een verband tussen een elektrische schok en een verhoogd risico op perifere zenuwziekten, migraine, duizeligheid, en epilepsie, maar bevestiging van deze waarnemingen is nodig.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN EN BORSTKANKER BIJ CANADESE MANNEN.
Grundy A, Harris SA, Demers PA, Johnson KC, Agnew DA; Canadian Cancer Registries Epidemiology Research Group, Villeneuve PJ.
Cancer Med. 2016; 5 (3): 586-596.

Beroepsmatige blootstelling aan magnetisch velden (MF) is voorgesteld als een risicofactor voor borstkanker bij zowel mannen als vrouwen. Vanwege de zeldzaamheid van deze ziekte bij mannen hebben de meeste epidemiologische studies die deze relatie onderzoeken beperkingen omwille van de kleine steekproeven. In deze studie werden associaties van verschillende parameters van beroepsmatige blootstelling aan MF met borstkanker bij mannen onderzocht met behulp van gegevens uit de bevolkingsgebaseerde case-control component van het Canadese National Cancer Enhanced Surveillance System. Levenslange beroepsblootstellingen werden verstrekt voor 115 gevallen en 570 controles. De gemiddeld MF blootstelling van individuele beroepen werd ingedeeld in drie categorieën (<0,3, 0,3 tot <0,6 of ≥0.6 µT) met behulp van deskundigen. Het effect van de hoogste gemiddelde  en de cumulatieve blootstelling aan MF, alsook blootstellingsduur en specifieke blootstellings-tijdvensters, werd het kankerrisico onderzocht met behulp van logistische regressie. Het aandeel van de gevallen (25%) met een hoogste gemiddelde blootstelling van ≥0.3 µT was hoger dan bij controles (22%). Een verhoogd risico op borstkanker werd gevonden bij mannen die werden blootgesteld aan ≥0.6 µT (odds ratio [OR] = 1.80, 95% CI = 0,82-3,95) in vergelijking met mensen met een blootstelling <0,3 µT. De groep met een beroepsmatige blootstelling aan MF velden van ten minste 30 jaar had een bijna drievoudige toename van het risico op borstkanker (OR = 2,77, 95% CI = 0,98-7,82) in vergelijking met die met een achtergrond blootstelling. Bevindingen voor de andere tijdgerelateerde MF variabelen waren inconsistent.

Conclusies: Deze analyse biedt beperkte ondersteuning voor de hypothese dat blootstelling aan MF het risico op borstkanker bij mannen verhoogt.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN OF STROOMSCHOKKEN EN DE INCIDENTIE VAN KANKER IN VIER SCANDINAVISCHE LANDEN.
Guxens M, Slottje P, Kromhout H, Huss A, Ivar Martinsen J, Kauppinen T, Uuksulainen S, Weiderspass E, Sparén P, Tryggvadóttir L, Kjærheim K, Vermeulen R, Pukkala E.
Occup Environ Med. 2014; 71 Suppl 1: A50.

Het doel van deze studie was om de associatie tussen beroepsmatige blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF) of elektrische schokken en de incidentie van hersenkanker, hematopoëtische en lymfatische maligniteiten en borstkanker te evalueren in de Scandinavische Occupational Cancer Cohort.

De cohort werd opgezet door het koppelen van beroepsmatige informatie van nationale tellingen gehouden in 1960, 1970, 1980-1, en / of 1990 met nationale kanker register gegevens in Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden. Alle personen 30-64 jaar die deelnamen aan een volkstelling werden opgevolgd voor wat betreft de incidentie van kanker tot 2003-2005. Beroepsmatige blootstelling aan ELF-MF of elektrische schokken (laag, gemiddeld, hoog) werd toegewezen aan elke individu gebaseerd op de in de telling gemeld job en met behulp van job-exposure matrices. Voor elk geval werden vijf controles willekeurig geselecteerd met matchen van het land, de leeftijd en het geslacht. Conditionele logistische regressie modellen werden uitgevoerd met correctie voor sociale klasse en beroepsmatige blootstelling aan oplosmiddelen.

Een totaal van 68 770 hersenkankers, 65 609 non-Hodgkin lymfomen, 83 088 leukemies, 33 791 multiple myelomen, 1827 borstkankers bij mannen en 297 283 borstkankers bij vrouwen werden opgenomen in de studie. Vijfendertig procent van de totale bevolking is ooit blootgesteld aan gemiddelde niveaus van ELF-MF en 7% aan een hoog niveau, terwijl 19% ooit werd blootgesteld aan een gemiddeld risico van elektrische schokken en 13% aan een hoog risico. Er werden geen associaties gevonden tussen beroepsmatige blootstelling aan ELF-MF of elektrische schokken en één van de kankers.

Conclusies: In deze zeer grote volkstelling cohort werd geen bewijs van een verhoogd risico op verschillende vormen van kanker in verband met beroepsmatige blootstelling aan ELF-MF of elektrische schokken gevonden.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING VAN DE VADER AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN EN KANKER BIJ KINDEREN: EEN DUITSE GEVALLEN-CONTROLES STUDIE.
Hug K , L Grize , Seidler A , P Kaatsch , Schüz J .
Am J Epidemiol. 2010; 171: 27-35.

Extreem lage frequente magnetische velden (ELF-MF) zijn geklasseerd als mogelijk kankerverwekkend voor de mens door het Internationaal Agentschap voor KankerOnderzoek. De auteurs onderzochten in een populatie gebaseerde gevallen-controles studie in Duitsland, of de kinderen van wie de ouders voor de conceptie op het werk waren blootgesteld aan ELF-MF een verhoogd risico hadden op het ontwikkelen van kanker. Gevallen met de leeftijd 0-14 jaar werden bepaald op basis van het Duitse Kinderkanker Register. De controles werden geselecteerd uit de lokale inwoners registratie kantoren. Het ouderlijke beroepsverleden werd opgenomen via vragenlijsten en telefonische interviews, en de preconceptionele blootstelling aan magnetische velden werd geschat op basis van een job-exposure matrix. De analyse omvatte 2.382 controles en 2.049 gevallen (846 kinderen met acute leukemie, 159 kinderen met non-Hodgkin lymfoom, 444 kinderen met tumoren van het centraal zenuwstelsel, en 600 kinderen met andere solide tumoren). Frequentie gematchte voorwaardelijke logistische regressie modellen toonden geen verhoogd risico op kanker bij kinderen waarvan de vaders beroepshalve waren blootgesteld aan magnetische velden hoger dan 0,2 microtesla. Bovendien was er geen bewijs voor een toename van het risico op het magnetisch veld van meer dan 1 microtesla. Gebaseerd op veel kleinere aantallen besloot men dat de beroepsmatige blootstelling van de moeder ook geen verband toonde met toegenomen risico op kanker.

Conclusie: In deze grote gevallen-controles studie was het risico van kanker bij kinderen niet gekoppeld aan preconceptionele ouderlijke ELF-MF blootstelling.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAGE FREQUENTIE MAGNETISCHE VELDEN (ELF-MF) EN HEMATOLYMPHOPOIETISCHE KANKER – ZWITSERSE NATIONALE COHORT ANALYSE EN BIJGEWERKTE META-ANALYSE.
Huss A, Spoerri A, Egger M, Kromhout H, Vermeulen R; Swiss national cohort.
Environ Res. 2018 Mar 24; 164: 467-474.

Eerdere studies hebben de risico’s van leukemie en specifieke lymfoïde maligniteiten bestudeerd bij werknemers die zijn blootgesteld aan extreem lage frequentie magnetische velden (ELF-MF). De meeste studies evalueerden hematolymfopoietische maligniteiten als een gecombineerde categorie, maar sommige analyses suggereerden dat de effecten zich beperken tot bepaalde specifieke leukemie- of lymfoomsubtypen, met inconsistente resultaten. De auteurs onderzochten blootstelling aan ELF-MF en mortaliteit in 1990-2008 van verschillende soorten hematolymfopoietische kankers in het Zwitserse nationale cohort, met behulp van een jobblootstellingsmatrix voor beroepen geregistreerd bij de tellingen van 1990 en 2000. Ze analyseerden 3,1 miljoen werknemers blootgesteld aan verschillende niveaus van ELF -MF: altijd hoge, alleen gemiddelde, alleen lage blootstelling, met
behulp van Cox-modellen voor proportioneel gevaar. Zij evalueerden het risico op overlijden door acute myeloïde leukemie (AML), chronische myeloïde leukemie, lymfoïde leukemie, diffuse grote B-cel lymfomen, folliculair lymfoom, Waldenström’s macroglobulinemie, multipel myeloom en Hodgkin lymfoom.
Sterfte aan hematolymfopoietische kankers was niet geassocieerd met blootstelling aan ELF-MF met uitzondering van een toename van het aantal ooit blootgestelde mannen met myeloïde leukemie (HR 1,31, 95% BI 1,02-1,67) en AML (HR 1,26, 95% BI 0,93 -1,70). Als werknemers tijdens hun beroepsopleiding en bij beide tellingen hoog werden blootgesteld, steeg deze HR tot respectievelijk 2,24 (95% CI 0,91-5,53) en 2,75 (95% BI 1,11-6,83).
Conclusies: Deze analyse leverde geen overtuigend bewijs voor een verhoogd risico op overlijden door een reeks hematolymfopoietische kankers bij werknemers die werden blootgesteld aan hoge of gemiddelde niveaus van ELF-magnetische velden. Er werd echter een verhoogd risico op acute myeloïde leukemie waargenomen bij werknemers die gedurende langere tijd aan hoge niveaus waren blootgesteld. Waargenomen risico’s zijn in lijn met eerdere rapporten van meta-analyses over ELF-MF-blootstelling en AML-risico, met een samenvattend relatief risico van 1,21 (95% CI 1,08-1,37).

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN HET RISICO OP ALS: DE ZWITSERSE NATIONALE COHORT.
Huss A, Spoerri A, Egger M, Kromhout H, Vermeulen R; Zwitserse Nationale Cohort.
Amyotroph Laterale Scler Frontotemporal Degener. 2015 Mar; 16 (1-2): 80-5.

Amyotrofe laterale sclerose (ALS) is geassocieerd met blootstellingen in de zogenaamde ‘elektrische beroepen’. Het is onduidelijk of dit mogelijk verband kan worden verklaard door de blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF) of door middel van elektrische schokken. De auteurs evalueerden in de Zwitserse Nationale Cohort de ALS sterfte in 2000-2008 en de blootstelling aan ELF-MF en elektrische schokken met behulp van de job exposure matrix voor beroepen in de volkstellingen van 1990 en 2000. Ze vergeleken 2,2 miljoen werknemers met een hoge of gemiddelde versus lage blootstelling aan ELF -MF en elektrische schokken met behulp van Cox modellen. De resultaten toonden aan dat de sterfte aan ALS hoger was bij mensen die een gemiddelde of hoge ELF-MF blootstelling hadden in beide volkstellingen (HR 1,55 (95% BI 1,11-2,15)), maar dichter bij de eenheid voor elektrische schokken (HR 1,17 (95% CI 0,83 -1,65)). Wanneer beide blootstellingen werden opgenomen in hetzelfde model wijzigde de HR voor ELF-MF weinig (HR 1,56), maar werd de HR voor elektrische schokken verzwakt tot 0,97.

Conclusies: Er was een verband tussen blootstelling aan ELF-MF en sterfte aan ALS bij de werknemers met een hogere kans op langdurige blootstelling.

OCCURRENCES OF LEUKEMIA SUBTYPES BY SOCIOECONOMIC AND OCCUPATIONAL GROUPS IN SWEDEN.
[Het voorkomen van leukemie in socio-economische en beroepsgroepen in zweden.]
Ji.J., Hemminki K.
J.Occup.Environ.Med.2005; 47(11):1131-1140.

De Zweedse Familie-Kanker Database werd gebruikt om gestandaardiseerde incidentie ratio’s te berekenen voor verschillende sociale klassen en beroepsgroepen. Bij de vrouwelijke beroepen werd een verhoogd risico vastgesteld bij mecaniciens, metaalarbeidsters, haarkapsters en werkneemsters in de wasserij en droogkuis. Bij de mannelijke beroepen waren er verhoogde risico’s bij verkopers, zeelui en chemie arbeiders. Werknemers in de elektriciteitssector hadden een bijna significant gedaald risico (SIR = 0,7; C1=0,45 – 1,0). Beroepsgroepen met een mogelijke blootstelling aan organische stoffen en andere chemicaliën hebben een hoger risico op leukemie.

RISICO OP LEUKEMIE, HERSENKANKER EN BORSTKANKER IN DE GROEP VAN DE WERKNEMERS VAN DE DEENSE ELEKTRICITEITSPRODUCTIE: EEN TWEEDE FOLLOW-UP.
Johansen C, Raaschou Nielsen O, Olsen JH, Schüz J.
Occup Environ Med. 2007; 64:782-784.

Het doel van deze studie was een update te maken van een studie betreffende het risico op leukemie, hersenkanker en borstkanker in een Deense bevolkingsgebaseerde cohort van werknemers in de elektriciteitsproductie. Er werd een multivariant statistisch model gebruikt met informatie over leeftijd, arbeidsjaren, datum van aanvang van de job en niveau van beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden. Er werd geen toename gezien van het risico op deze drie soorten kanker in een groep van 28.224 werknemers die meer dan 3 maanden gewerkt hadden en bij wie geen kanker was vastgesteld voor de aanvang van het werk.

Deze resultaten ondersteunen de hypothese van een verband tussen beroepsmatige blootstelling aan magnetische velden in de elektriciteitsindustrie en het risico op leukemie, hersenkanker en borstkanker niet.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELF MAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP NON HODGKIN LYMFOOM.
Karipidis K.K., Benke G., Sim M., Fritchi L., Yost M., Armstrong B., Hughes A.M., Grulich A., Vajdic C.M., Kaldor J.M., Kricker A.
Occup Environ Med. 2007; 64 : 25-29.

Het doel van deze studie was het risico op non-Hodgkin lymfoma (NHL) te onderzoeken door middel van het gebruik van een beroepsblootstellingsmatrix om de beroepsmatige blootstelling aan 50 Hz magnetische velden te evalueren. Het onderzoek omvatte 694 gevallen van NHL (gediagnosticeerd tussen 1/1/2000 en 31/8/2001) en 694 controles in 2 regio’s van Australië. Een gedetailleerde beroepsloopbaan werd opgemaakt voor elk subject.

De blootstelling aan 50 Hz magnetische velden werd ingeschat op basis van een beroepsblootstellingsmatrix die ontwikkeld is in de USA. De cumulatieve blootstellingsdistributie werd opgedeeld in kwartalen en de gecorrigeerde odds ratios werden berekend met het laagste kwartiel als referentiegroep. Voor de totale beroepsloopbaan was de odds ratio van de personen in het hoogste blootstellingskwartiel 1,48 (95% betrouwbaarheidsinterval 1,02 – 2,16; p waarde voor trend 0,003). Correctie voor andere beroepsblootstellingen gaf geen significante wijzigingen aan de resultaten.

Conclusie : De bevindingen geven een zwakke ondersteuning aan de hypothese dat beroepsblootstelling aan 50/60 Hz magnetische velden het risico op NHL verhoogd.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN IONISERENDE EN NIET-IONISERENDE STRALING EN HET RISICO OP GLIOMA.
Karipidis KK, Benke G, Sim MR, Kauppinen T, Giles G.
Occup Med. 2007; 57: 518-524.

Alhoewel de oorzaak van glioma niet gekend is wordt de hogere incidentie bij mannen vaak toegeschreven aan een arbeidsgebonden factor. Het doel van deze studie was na te gaan of er een verband is tussen beroepsmatige blootstelling aan ioniserende, ultraviolette, radiofrequentie en extreem lage frequentie straling en het risico op glioma bij volwassenen.

Men maakte een gevallen-controles studie op basis van histologisch bevestigde gevallen van glioma die gediagnosticeerd werden tussen 1987 en 1991 in Melbourne, Australië en controles gematcht voor leeftijd, geslacht en postcode van woonst. Een gedetailleerde beroepsloopbaan werd bekomen voor elk subject. De blootstelling aan straling werd geschat op basis van een Finse job-blootstellings matrix (FINJEM) voor alle types straling en met zelfrapportage en expert-hygiënist evaluatie voor radiofrequentie en ioniserende straling. Voor extreem laag frequente en UV-straling werden geslachtsspecifieke FINJEM analyses gebruikt. De studiepopulatie bestond uit 416 gevallen van glioma en 422 controles. De risico schattingen op basis van FINJEM voor extreem laag frequente, radiofrequentie en ioniserende straling lagen dicht bij of onder de één. Geslachtsspecifieke analyse voor UV gaf een odds ratio van 1,60 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,95-2,69) en 0,54 (0,27-1,07) voor de hoogst blootgestelde groep van mannen en vrouwen.

Besluit: Men vond geen bewijs voor een verband tussen glioma en beroepsmatige blootstelling aan ELF, RF en ioniserende straling.

BEROEP¨SMATIGE BLOOTSTELLING AAN IONISERNDE EN NIET-IONISERENDE STRALING EN HET RISICO OP NON-HODGKIN LYMFOMA.
Karipidis KK, Benke G, Sim MR, Kauppinen T, Kricker A, Hughes AM, Grulich AE, Vajdic CM, Kaldor J, Armstrong B, Fritschi L.
Int Arch Occup Environ Health. 2007; 80: 663-670.

Het doel van deze studie was het verband te onderzoeken tussen blootstelling aan ioniserende ultraviolet (UV), radiofrequentie (RF) en extreem lage frequentie magnetische velden (ELF MV) en het risico op het ontwikkelen van non-Hodgkin lymfoma (NHL) in een gevallen-controles studie op basis van de algemene bevolking. De bestudeerde populatie bestond uit 694 NHL gevallen, gediagnosticeerd tussen 1/1/2000 en 21/8/2001 en 694 controles uit twee regio’s in Australië, gematched voor geslacht, leeftijd en regio van verblijf. Een gedetailleerde beroepsgeschiedenis werd verkregen op basis van een kalender en telefoon interview. Blootstelling aan stralingen werd geëvalueerd met een Finse job-blootstellings matrix (FINJEM). Odds ratios (OR’s) en 95% betrouwbaarheidsinterval (BI) werden berekend met logistieke regressie modellen die de gematchte variabelen als covariaten gebruiken. Voor ioniserende straling waren de OR’s dicht bij de 1. Voor de UV en ELF straling had de groep met de hoogste blootstelling een OR van respectievelijk 1,32 (95% BI: 0,96-1,81) en 1,25 (95% BI: 0,91-1,72). Voor de UV straling was er een positieve dosis-respons relatie wanneer de blootstelling berekend werd bij 5 en 10 jaar (P voor trend = 0,04 voor beide berekenings-periodes). Werknemers in het hoogste blootstellingstertiel voor RF straling hadden een OR van 3,15.

Besluit: deze resultaten ontkennen een beroepsmatige blootstelling aan ioniserende straling en ELF MV. Voor UV straling toont de studie een zwak positief verband.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELF MAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP GLIOMA.
Karipidis KK, Benke G, Sim MR, Yost M, Giles G.
Cancer Causes Contro, 2007; 18 : 305-313.

Het doel van deze gevallen-controles studie was het onderzoeken van de associatie tussen ELF magnetische velden en het risico op lage klasse glioma (LKG) en hoge klasse glioma (HKG).

De studiepopulatie bestond uit 414 histologische bevestigde gevallen van glioma (LKG = 110,HKG=304), die gediagnosticeerd werden tussen juli 1987 en december 1991 en 421 controles in Melbourne, Australië, gematched voor leeftijd, geslacht en postcoden van verblijfplaats. Een gedetailleerde beroepsgeschiedenis werd afgenomen van elk studieobject. Blootstelling aan ELF magnetische velden werd geschat op basis van drie verschillende methodes : elfevaluatie, evaluatie door een expert-hygiënist en een jobblootstellingsmatrix. Verhoogd maar statistisch niet significante risico-schattingen werden gevonden voor alle glioma types en HKG wanneer de blootstelling ingeschat werd door een expert-hygiënist. De odds ratios voor de hoogste blootstellingsgroep volgens de expert-hygiënist was 1,4 (95% betrouwbaarheids interval 0,85 – 2,27) en 1,51 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,90 – 2,53) respectievelijk voor glioma en HKG. Er waren omgekeerde associaties voor de zelf gerapporteerde en job blootstellings matrix blootstellingen voor zowel LKG als HKG, maar dit kon een weerspiegeling zijn van de beperkingen in deze blootstellingsevaluatie methodes.

Conclusie : deze resultaten ondersteunen niet de rol van beroepsmatige blootstelling aan ELF magnetische velden en de ontwikkeling van zowel LKG als HKG.

CASE-CONTROL STUDIE VAN HET VERBAND TUSSEN KINDERLEUKEMIE EN HET BEROEP VAN DE VADER IN GROOT-BRITTANIË 1962-2006.
Keegan TJ, Bunch KJ, Vincent TJ, Koning JC, O’Neill KA, Kendall GM, MacCarthy A, Fear NT, Murphy MF.
Br J Cancer. 2012; 107:1652-1659.

Deze studie onderzoekt mogelijke associaties tussen vaderlijke beroepsmatige blootstelling en leukemie bij kinderen in Groot-Brittannië.
Het Nationaal Register van Kinderkankers, leverde alle gevallen en de diagnose van leukemie bij kinderen geboren in Groot-Brittannië tussen 1962 en 2006. Controles werden gematcht op geslacht, periode van geboorte en geboorteregistratie subdistrict. Beroepen van vaders werden bepaald via 1 of meer van 33 blootstellingsgroepen. Sociale klasse werd afgeleid van het beroep van de vader ten tijde van de geboorte van het kind.

Een totaal van 16 764 gevallen van leukemie bij kinderen werd verzameld. Eén blootstellingsgroep, sociale contacten van de vader, werd in verband gebracht met de leukemie bij kinderen (odds ratio 1,14, 1,05 tot 1,23); deze associatie bleef significant na correctie voor sociale klasse. De subtypen lymfoïde leukemie (LL) en acute myeloïde leukemie toonden een verhoogd risico met vaderlijke blootstelling aan sociale contacten voor correctie voor de sociale klasse. Het risico op andere vormen van leukemie werd significant verhoogd door blootstelling aan elektromagnetische velden, blijvend na correctie voor sociale klasse. Voor totale leukemie was het risico’s ten gevolge van blootstelling aan lood en uitlaatgassen aanzienlijk kleiner dan 1. Sociale klasse op basis van beroep werd in verband gebracht met het risico van LL, met een verhoogd risico in de hogere sociale klassen.

Conclusie: Deze resultaten toonden enige steun voor een positief verband tussen leukemie bij kinderen en een vaderlijke beroep met sociale contacten. Bovendien neemt het LL risico toe met de sociale klasse van de vader op basis van zijn beroep.

Case-control studie van vaderlijke beroepsmatige blootstelling en bottumoren bij kinderen en weke delen sarcomen in Groot-Brittannië, 1962-2010.
Kendall GM, Bunch KJ, Stiller CA, Vincent TJ, Murphy MFG.
Br J Cancer. 2020 Feb 26.

Deze landelijke studie onderzocht de verbanden tussen vaderlijke beroepsmatige blootstelling en bottumoren bij kinderen en weke delen sarcomen. De Britse National Registry of Childhood Tumors leverde gevallen op van sarcomen bij kinderen geboren en gediagnosticeerd in Groot-Brittannië, in de periode 1962-2010. Controles, zonder kanker, werden gematcht op geslacht, geboorteperiode en subdistrict van geboorteregistratie. De beroepen van vaders werden toegewezen aan een of meer van de 33 blootstellingsgroepen en gecodeerd voor sociale beroepsklasse. 5.369 gevallen van sarcoom bij kinderen en 5380 controles werden geanalyseerd. Totaal bottumoren, totaal weke delen sarcomen en de subgroepen osteosarcoom, rabdomyosarcoom en Ewing sarcoom (ES) werden afzonderlijk beschouwd. Significante positieve associaties werden gezien tussen rabdomyosarcoom en vaderlijke blootstelling aan EMV’s (odds ratio = 1,67, BI = 1,22-2,28) en ook voor ES en textielstof (1,93, 1,01- 3,63). Er waren vermeende beschermende effecten op totale bottumoren van vaderlijke dermale blootstelling aan koolwaterstoffen, metaal, metaalbewerking of olienevels.

Conclusies: Er werd een lichte toename van rhabdomyosarcoom vastgesteld bij kinderen van vaders met beroepsmatige blootstelling aan EMV’s. Ondanks de grote omvang en de vrijheid van bias van deze studie, moeten deze resultaten met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Er zijn veel significantietests uitgevoerd waardoor er toevallige bevindingen te verwachten zijn.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN EN LEUKEMIE EN HERSENKANKER: EEN UPDATE VAN TWEE META-ANALYSES.
Kheifets L, Monroe J, Vergara X, Mezei G, Afifi AA.
J Occup Environ Med. 2008 Juni;50(6):677-688.

Het doel van deze studie was bestaande meta-analyses over beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden (EMV) en hersenkanker en leukemie bij volwassen te herbekijken in het licht van nieuwe onderzoeken.

De auteurs verzamelden en evalueerden alle relevante studies tussen 1993 en 2007. Gezamenlijke schatters werden bekomen gebruikmakend van verschillende wegingsystemen. Om bronnen van heterogeniteit op te sporen werden studie
karakteristieken onderzocht d.m.v. regressie analyse. Globaal gezien toonden de nieuwe studies, zowel voor hersenkanker als voor leukemie een kleine toename in risico, 10% en 13% respectievelijk. Gezamenlijke risicoschatters waren lager dan in de vroegere meta-analyses en voor leukemie subtypes was er geen consistent patroon wanneer de vroegere en de huidige meta-analyses vergeleken werden.

Conclusies : het ontbreken van een duidelijk patroon tussen EMV blootstelling en de ziekten bevestigt niet de hypothese dat deze blootstelling verantwoordelijk is voor de ziekten. De bevindingen waren niet gevoelig voor aannames, invloedrijke studies, wegingschema’s, publicatie bias, studie karakteristieken of bron van sponsoring van de studie.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN EN STERFTE AAN HART-EN VAATZIEKTEN IN EEN PROSPECTIEVE COHORTSTUDIE.
Koeman T, Slottje P, Kromhout H, Schouten LJ, Goldbohm RA, van den Brandt PA, Vermeulen R.
Occup Environ Med. 2013, 70 (6) :402-407.

Hoewel een onderzoek onder werknemers in nutsbedrijven een verhoogd risico voor acuut myocardinfarct en aritmie-gerelateerde sterfgevallen vond in verband met beroepsmatige blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF), slaagden latere studies er niet in om deze bevindingen te repliceren. Deze studie onderzocht de associatie tussen beroepsmatige ELF-MF blootstelling en hart-en vaatziekten (HVZ) sterfte binnen een bevokingsgebaseerd prospectieve cohortstudie.

De Nederland Cohort Study is een prospectieve cohort studie onder 120 852 mannen en vrouwen met de leeftijd 55-69 jaar bij aanvang. De deelnemers werden gevolgd voor CVD sterfte over een periode van 10 jaar, wat resulteert in 8200 CVD sterfgevallen. Informatie over het beroepsverleden en potentiële verstorende variabelen, zoals opleidingsniveau, roken en alcoholgebruik werden verzameld bij de uitgangssituatie door middel van een zelf in te vullen vragenlijst. Beroepsmatige ELF-MV blootstelling werd toegewezen met behulp van een job-exposure matrix. Associaties met CVD sterfte werden geanalyseerd met behulp van Cox regressie.

Ooit lage of hoge blootstelling aan ELF-MF toonde geen verband met de totale CVD mortaliteit (HR van 1,02, 95% BI 0,99-1,06), noch met enige oorzaak-specifieke subtypes van CVD sterfte. Andere ELF-MV blootstellingsgrootheden toonden ook geen verhoogde risico’s.

Conclusie: In deze studie vonden we geen aanwijzingen voor een verband tussen beroepsmatige ELF-MF blootstelling en het risico van HVZ sterfte.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLINGEN EN RISICO OP DEMENTIE GERELATEERDE STERFTE IN DE PROSPECTIEVE NEDERLANDSE COHORT STUDIE.
Koeman T, Schouten LJ, van den Brandt PA, Slottje P, Huss A, S Peters, Kromhout H, Vermeulen R.
Am J Ind Med. 2015; 58 (6): 625-635.

De auteurs analyseerden de effecten van beroepsmatige blootstelling aan oplosmiddelen, bestrijdingsmiddelen, metalen, extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF), elektrische schokken en dieselmotor uitlaatgassen op niet-vasculaire dementie gerelateerde sterfte in de Nederlandse Cohort Studie. Blootstellingen werden toegewezen met behulp van job-exposure matrices. Na 17,3 jaar follow-up, waren 682 mannelijke en 870 vrouwelijke gevallen beschikbaar. Analyses werden uitgevoerd met behulp Cox regressie.

Beroepsmatige blootstelling aan metalen, gechloreerde oplosmiddelen en ELF-MF toonde positieve associaties met niet-vasculaire dementie onder de mannen, welke gedreven leek door metalen (hazard ratio ooit hoge versus achtergrond blootstelling: 1,35 [0,98-1,86]).

Conclusies: Consistent positieve associaties werden gevonden tussen beroepsmatige blootstelling aan metalen en niet-vasculaire dementie.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING EN AMYOTROFE LATERALE SCLEROSIS IN EEN PROSPECTIEVE COHORT.
Koeman T, Slottje P, Schouten LJ, Peters S, Huss A, Veldink JH, Kromhout H. Van den Brandt PA, Vermeulen R.
Occup Environ Med. 2017; 74 (8): 578-585.

Voor deze case-cohortanalyse binnen de prospectieve Nederlandse Cohortstudie werden 58 279 mannen en 62 573 vrouwen in de leeftijd van 55-69 jaar bij de inschrijving in 1986 voor 17,3 jaar op de sterfte van ALS gevolgd. Informatie over de beroepsgeschiedenis en potentiële confounders werd op basis van een zelfgerapporteerde vragenlijst verzameld en opgenomen voor een willekeurige subcohort (2092 mannen en 2074 vrouwen) en ALS-sterfgevallen (76 mannen en 60 vrouwen). Beroepsmatige blootstelling aan oplosmiddelen, pesticiden, metalen, extreem lage frequentie magnetische velden (ELF-MF’s) en elektrische schokken werd geschat door middel van jobblootstellingsmatrixen (JEM’s). Associaties tussen altijd/nooit beroepsblootstelling en cumulatieve blootstelling en ALS sterfte werden geanalyseerd op geslacht met behulp van Cox regressie.

Beroepsmatige blootstelling aan ELF-MF vertoonde een mogelijke associatie met ALS sterfte onder mannen: HR voor altijd een baan met hoge blootstelling tegen achtergrond 2,19 (95% (CI): 1,02 tot 4,73) en HR voor de hoogste tertiel cumulatieve blootstelling ten opzichte van de achtergrond 1,93 (95% CI 1,05 tot 3,55).

Conclusies: Deze resultaten versterken het bewijs dat een positieve associatie tussen de blootstelling van ELF-MF en ALS aangeeft.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN EN KANKER IN EEN PROSPECTIEVE COHORT IN NEDERLAND.
Koeman T , van den Brandt PA , Slottje P , Schouten LJ , Goldbohm RA , Kromhout H , Vermeulen R.
Cancer Causes Control. 2014 ; 25 (2) :203-214.

Het doel van deze studie is de associatie tussen beroepsmatige blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF – MF) en het risico op a priori geselecteerde kanker resultaten binnen de prospectieve Nederlandse Cohort Studie te onderzoeken.

120.852 mannen en vrouwen tussen 55 en 69 jaar op het moment van de inschrijving in 1986 werden gevolgd (17,3 jaar) voor het optreden van long-, borst-en hersenkanker en hemato – lymfoproliferatieve maligniteiten. Informatie over de beroepsgeschiedenis en potentiële confounders zoals geslacht, leeftijd, roken, alcoholgebruik , en opleidingsniveau werden verzameld bij de uitgangssituatie via een zelf in te vullen vragenlijst. Beroepsmatige ELF – MV blootstelling werd bepaald met een job – exposure matrix. Met behulp van een case- cohort aanpak, werden associaties met kankerincidentie geanalyseerd met Cox regressie gestratificeerd naar geslacht, met behulp van drie blootstellingsgrootheden : (1) ooit een baan met een lage of hoge blootstelling aan ELF – MF versus achtergrond, (2) de duur van de blootstelling , en (3) de cumulatieve blootstelling.

Geen van de blootstellingsgrootheden toonde een effect op de incidentie van long- , borst- en hersenkanker, noch één van de beoordeelde subtypes bij mannen en vrouwen. Bij de hemato – lymfoproliferatieve maligniteiten bij mannen toond “ooit een hoge blootstelling aan ELF – MF” een significante associatie met acute myeloïde leukemie (AML) [ hazard ratio (HR) 2.15 ; 95 % betrouwbaarheidsinterval (BI) 1,06-4,35 ] en folliculair lymfoom (FL) (HR 2.78, 95 % CI 1,00-5,77). Cumulatieve blootstelling aan ELF – MF liet een significante, positieve associatie met FL zien, maar niet voor AML bij mannen.

Conclusies : In deze grote prospectieve cohort studie vonden de auteurs een aantal aanwijzingen voor een verhoogd risico op AML en FL onder mensen met beroepsmatige ELF – MF blootstelling. Deze bevindingen rechtvaardigen verder onderzoek.

BLOOTSTELLING VAN DE MOEDER AAN ELF MAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP HERSENKANKER BIJ HUN KINDEREN.
Li P , McLaughlin J , Infante-Rivard C.
Cancer Causes Control. 2009; 20(6):945-955.

Het doel van deze studie was de invloed van beroepsmatige blootstelling van de moeder aan ELF magnetische velden kort voor en tijdens de zwangerschap op de incidentie van hersenkanker bij hun nakomelingen na te gaan. Een totaal van 548 gevallen van kinderen met hersenkanker en 760 gezonde controles werden verzameld tussen 1980 en 2002 in twee Canadese provincies ( Québec en Ontario). De moeders werden geïnterviewd. Kwantitatieve beroepsmatige ELF-MV blootstelling werd bepaald op basis van een evaluatie van de individuele blootstelling of met een job-blootstellingsmatrix. Er werden drie blootstellingsgrootheden gebruikt: cumulatieve, gemiddelde en maximale blootstelling. Voor de gemiddelde blootstelling voor conceptie werd een verhoogd risico op astrogliale tumoren vastgesteld (OR = 1.5, 95% betrouwbaarheidsinterval = 1.0-2.4). Voor de volledige duur van de zwanger-schap werd een significant verhoogd risico op astrogliale tumoren vastgesteld voor de gemiddelde blootstelling (OR = 1.6, 95% BI = 1.1-2.5 en OR = 1.5, 95% BI = 1.1-2.2). Op basis van jobtitel werd bij naaisters een verhoogd risico vastgesteld voor astrogliale tumoren (OR = 2.3, 95% BI = 0.8-6.3) en voor alle tumoren (OR = 2.3, 95% BI = 1.0-5.4).

Conclusies: Deze resultaten zijn suggestief voor een mogelijke associatie tussen beroepsmatige blootstelling aan ELF-MV tijdens de zwangerschap en sommige hersentumoren bij hun kinderen.

EEN CROSS-SECTIONELE STUDIE OVER OXIDATIEVE STRESS IN ARBEIDERS BLOOTGESTELD AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN.
Li L, Xiong DF, Liu JW, Li ZX, Zeng GC, Li HL.
Int J Radiat Biol. 2015; 91 (5): 420-425.

Het doel van deze studie was om te onderzoeken of blootstelling aan extreem laagfrequente elektromagnetische velden (ELF-EMV) oxidatieve stress kunnen veroorzaken bij werknemers die rondgang-inspecties uitvoeren in de buurt van transformatoren en distributie van elektrische leidingen.

Beroepsmatige korte termijn ‘spot’ metingen werden uitgevoerd. In totaal werden 310 inspectiewerknemers blootgesteld aan ELF-EMF geselecteerd als de blootstellingsgroep en 300 logistieke medewerkers als de controlegroep. Plasma totale antioxidant capaciteit (T-AOC) en glutathionperoxidase activiteit (GPx) werden getest door de colorimetrische methode. Superoxide dismutase activiteit (SOD) werd getest met de xanthine oxidase methode. Plasma malondialdehyde (MDA) concentratie werd bepaald met thiobarbituurzuur assay. De micronucleus cel frequentie (MCF) en micronuclei frequentie (MN) werden ook getest met genotoxische testen.

Er werd geen significante veranderingen in enzym activiteiten of MDA concentratie gevonden. Noch de frequentie van micronucleus lymfocyten of veranderingen in micronuclei frequentie waren statistisch significant.

Conclusie: Continue ELF-blootstelling aan elektromagnetische velden kan geen oxidatieve stress opwekken bij werknemers in de elektriciteitsdistributie.

GEEN GEVOLGEN VAN BLOOTSTELLING AAN NETFREQUENTE EXTREEM LAAGFREQUENTE BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN OP NEUROGEDRAGSTESTEN BIJ WERKNEMERS DIE TRANSFORMATOREN EN DISTRIBUTIESTATIONS INSPECTEREN.
Li L, Xiong DF, Liu JW, Li ZX, Zeng GC, Li HL.
Australas Phys Eng Sci Med. 2014; 37 (1): 37-44.

De auteurs wilden de verstoring door beroepsmatige blootstelling aan 50 Hz extreem laagfrequente elektromagnetische velden (ELF-EMV) van de neurogedrags testen onderzoeken bij werknemers die een rondgang-inspectie uitvoeren in de buurt van transformatoren en distributielijnen. Korte termijn “spot” metingen werden uitgevoerd. 310 inspectie arbeiders en 300 logistieke medewerkers werden geselecteerd als blootsteling en controle. De neurogedragstesten werden uitgevoerd door middel van een computer-based evaluatiesysteem met hoofdrekenen, samenvallende curve, eenvoudige visuele reactietijd, visuele retentie, auditieve digit overspanning en uitvoeringsgerichtheid. In 500 kV gebieden was de elektrische veldsterkte in 71.98% van de 590 gemeten spots hoger dan 5 kV / m (nationale beroepsmatige limiet), terwijl in 220 kV gebieden de elektrische veldsterkte in 15.69% van de 701 gemeten spots hoger was dan 5 kV / m. De magnetisch veld flux dichtheid was op alle plekken lager dan 1.000 μT (ICNIRP beroepsmatige limiet). De neurogedrags testscore toonden geen statistisch significante veranderingen. Resultaten van neurogedrags testen voor verschillende leeftijdsgroepen en anciënniteitsgroepen vertoonden geen significante veranderingen.

Conclusies: er worden geen door dagelijkse herhaalde blootstelling aan ELF elektromagnetische velden veroorzaakte neurogedrags veranderingen waargenomen in de huidige studie.

Beroepsmatige blootstelling aan magnetische velden en borstkanker bij vrouwelijke textielarbeiders in Shanghai, China.
Li W, Ray RM, Thomas DB, Yost M, S Davis, Breslow N, Gao DL, Fitzgibbons ED, Camp JE, Wong E, Wernli KJ, Checkoway H.
Am J Epidemiol. 2013, 178 (7):1038-1045.

Van blootstelling aan magnetische velden (MF) wordt verondersteld dat het het risico op borstkanker verhoogt door vermindering van productie van melatonine door de pijnappelklier. Een geneste case – cohort studie werd uitgevoerd om de associatie tussen beroepsmatige blootstelling aan magnetische velden en het risico op borstkanker te onderzoeken in een cohort van 267.400 vrouwelijke textielarbeiders in Shanghai, China. De studie omvatte 1.687 gevallen van borstkanker gediagnosticeerd in de periode 1989-2000 en 4702 controles geselecteerd uit de cohort. Complete beroepsloopbanen van de proefpersonen werden gekoppeld aan een job – exposure matrix speciaal ontwikkeld voor de huidige studie om de cumulatieve MF blootstelling in te schatten. Hazard ratio’s en 95 % betrouwbaarheidsintervallen werden berekend aan de hand van Cox proportionele risico modellering die werd aangepast voor de case- cohort design. Hazard ratio’s werden geschat in relatie tot de cumulatieve blootstelling van de gehele loopbaan.

Conclusie: Er werd geen verband waargenomen tussen cumulatieve blootstelling aan magnetische velden en het globale risico van borstkanker. De hazard ratio voor het hoogste kwartiel in vergelijking met het laagste kwartiel van cumulatieve blootstelling was 1.03 (95 % betrouwbaarheidsinterval: 0.87, 1.21). Vergelijkbare bevindingen werden waargenomen wanneer de blootstellingen werden gestratificeerd naar leeftijd bij diagnose van borstkanker. De bevindingen ondersteunen de hypothese dat MF blootstelling het risico op borstkanker verhoogt niet.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCH VELDEN EN HET VERBAND MET DE KWALITEIT VAN DE SLAAP: EEN CROSS-SECTIONELE STUDIE.
Liu H, Chen G, Pan Y, Z Chen Jin W, Sun C, Chen C, Dong X, Chen K, Xu Z, Zhang S, Yu Y.
PLoS One. 2014; 9 (10): e110825.

Blootstelling aan elektromagnetische velden (EMF) uitgezonden door de mobiele telefoon en andere toestellen betreft de helft van de wereldbevolking en stelt mogelijks een probleem omwille van hun impact op de menselijke gezondheid. Deze studie beoogt de effecten van blootstelling aan elektromagnetische velden op de slaapkwaliteit en de slaapduur te verkennen onder werknemers uit een elektriciteitscentrale.

Een cross-sectionele studie werd uitgevoerd in een elektrische centrale van de provincie Zhejiang, China. Een totaal van 854 deelnemers werd opgenomen in de uiteindelijke analyse. De gedetailleerde informatie van de deelnemers werd verkregen door geschoolde onderzoekers met behulp van een gestructureerde vragenlijst over socio-demografische kenmerken, lifestyle variabelen, slaap variabelen en elektromagnetische blootstelling. Lichamelijk onderzoek en veneuze bloedafname werden ook uitgevoerd voor elke persoon in de studie.

Na het groeperen van dagelijkse beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische straling in drie categorieën, hadden personen met een lange dagelijkse blootstelling een significant hoger risico van slechte slaapkwaliteit in vergelijking met mensen met een korte dagelijkse blootstelling. De gecorrigeerde odds ratio’s waren 1,68 (95% BI: 1,18, 2,39) en 1,57 (95% BI: 1,10, 2,24) over de tertielen. Bovendien vond men bij de proefpersonen met een beroepsmatige blootstelling op lange termijn dat de langere dagelijkse beroepsmatige blootstelling blijkbaar het risico van slechte kwaliteit van de slaap verhoogd (OR (95% BI) 2,12 (1.23~3.66) in de tweede tertiel, 1,83 (1.07~3.15) in het derde tertiel). Er was geen significant verband van langdurige blootstellingsduur en maandelijkse vergoeding voor mobiele telefoon gebruik met de slaapkwaliteit en slaapduur.

Conclusies: De resultaten toonden aan dat de dagelijkse beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden positief werd geassocieerd met een slechte kwaliteit van de slaap. Het impliceert dat blootstelling aan elektromagnetische velden de menselijke kwaliteit van de slaap in plaats van slaapduur kan beïnvloeden.

DE RELATIE TUSSEN BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN IONISERNDE STRALING EN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP SCHILDKLIERKANKER IN ZWEDEN.
Lope V., Perez-Gomez B., Aragones N., Lopez-Abente G., Gustavsson P.,
Floderus B., Dosemeci M., Silva A., Pollan M.
Scand J Work Environ Health. 2006; 32 :276-284.

Een historische cohort van 2 992 166 Zweedse mannelijke en vrouwelijke werknemers werd gevolgd van 1971 tot 1989. De blootstelling aan ELF elektromagnetische velden en ioniserende straling werd geschat door middel van drie job-blootstellingsmatrixen gebaseerd op industrietakken of jobcodes. Relatieve risico’s voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, geadjusteerd voor leeftijd en geografische regio werden berekend door middel van log-lineaire Poisson modellen.

Beroepsmatige ELF blootstelling vertoonde geen relatie met schildklierkanker. Enkel vrouwelijke werknemers blootgesteld aan hoge intensiteiten van ioniserende straling vertoonden een risico toename (RR= 1,85 , 95% betrouwbaarheidsinterval = 1,02-3,35). Dit verband werd niet vastgesteld bij mannen.

Conclusie: De studie bevestigt de etiologische rol van ioniserende straling in het ontstaan van ELF blootstelling en geeft geen ondersteuning van een verband tussen ELF blootstelling en het ontwikkelen van schildklierkanker.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP BORSTKANKER IN EEN GROTE BEVOLKINGS GEBASEERD GEVALLENCONTROLES STUDIE IN DE USA.
McElroy JA, Egan KM, Titus-Ernstoff L, Anderson HA, Trentham-Dietz A, Hampton JM, Newcomb PA.
J Occup Environ Med. 2007;49 : 266-274.

Van 6213 vrouwen met borstkanker en 7390 controles werd informatie betreffende borstkankerrisico’s en beroepsloopbaan verzameld. Een getraind industrieel hygiënist klasseerde elk beroep voor blootstelling aan elektromagnetische velden in de groepen : achtergrond, laag, middelmatig en hoog. De groep achtergrond werd gebruikt als de referentiegroep. De odds ratios gecorrigeerd voor leeftijd en verblijfplaats was 1,06 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,99-1.14) voor lage blootstelling, 1,09 (0,96-1,23) voor middelmatige blootstelling en 1,16 (0,9-1,50) voor hoge blootstelling.

Deze bevindingen suggereren dat een blootstelling aan elektromagnetische velden op het werk geassocieerd zijn met een minieme stijging van het risico op borstkanker.

SLAAPKWALITEIT EN ALGEMENE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN MENSEN BLOOTGESTELD AAN EXTREEM LAAG FREQUENTE VELDEN IN EEN PETROCHEMISCH COMPLEX.
Monazzam MR, Hosseini M, Matin LF, Aghaei HA, Khosroabadi H, Hesami A.
J Environ Health Sci Eng. 201; 12:78.

Vooruitgang in de wetenschap en de technologie van elektrische apparatuur hebben het aantal mensen dat is blootgesteld aan elektromagnetische velden (EMV’s) doen toenemen. Vanwege de mogelijke nadelige effecten op de gezondheid van de blootgestelde personen staan elektromagnetische velden in het middelpunt van de aandacht. Deze studie werd uitgevoerd om een mogelijke correlatie tussen extreem laagfrequente elektromagnetische velden (ELF-EMV) en de kwaliteit van de slaap en de gezondheid van degenen die werkzaam zijn in onderstation eenheden van een petrochemisch complex in het zuiden van Iran te bepalen.

Eerst is de magnetische flux dichtheid gemeten bij verschillende onderdelen van een controle gebouw en twee onderstations conform IEEE std 644-1994. Vervolgens werden de vragenlijsten ‘Pittsburgh Sleep Quality Index “(PSQI) en” General Health Quality (GHQ)” gebruikt om de relatie tussen ELF blootstelling en de kwaliteit van de slaap en de gezondheid te onderzoeken. Beide vragenlijsten werden ter beschikking gesteld aan een totaal aantal van 40 werknemers op het complex. De ingevulde vragenlijsten werden geanalyseerd door T-toets, Duncan en de Chi-kwadraat toetsen.

Uit de verkregen resultaten bleek dat 28% van die groep lijdt van een slechte gezondheidstoestand en bij 61% werd een slaapstoornis gediagnosticeerd. Alle leden van de controlegroep waren in goede gezondheid en slechts 4,5% van hen had een ongewenste slaapkwaliteit.

Conclusie: Ondanks een significant verschil tussen de blootgestelde groep en controlegroep wat betreft slaapkwaliteit en algemene gezondheid was er geen significante relatie tussen het blootstellingsniveau en de slaapkwaliteit en algemene gezondheid. Het is vermeldenswaard dat de gemeten EMF waarden lager waren dan de limieten aanbevolen door de American Conference of Industrial Hygienists (ACGIH).

MORTALITY OF UK ELECTRICITY GENERATION AND TRANSMISSION WORKERS, 1973-2002.
[Mortaliteit bij de werknemers van de elektriciteitsproductie en –verdeling in de UK tussen 1973 en 2002.]
Nichols L., Soharan T.
Occup. Med.. 2005; 55(7): 541-548.

De sterfte in een cohort van 83 923 werknemers van de Central Electricity Generating Board of England and Wales werd onderzocht voor de periode 1973-2002. Gestandardiseerde Mortaliteits Ratio’s (SMR) werden berekend voor de totale groep en voor 3 subgroepen : elektriciteitscentrale, substation en transmissie en niet operationele locaties.

De globale mortaliteit was significant lager dan de op basis van de nationale cijfers verwachte mortaliteit. Mannen: 18.733 geobserveerd t.o.v. 22.497 verwacht (SMR:83). Vrouwen: 1.122 geobserveerd t.o.v. 1.425 verwacht (SMR:79). Statistisch gedaalde sterfte werd gevonden voor de meeste ziekten.

Er werd echter een significante toename van sterfte door kanker van de pleura vastgesteld bij mannelijke werknemers in de elektriciteitscentrales (129 geobserveerd t.o.v. 30 verwacht, SMR = 426) en van hersenkanker bij mannelijke werknemers op nietoperationele plaatsen (55 geobserveerd t.o.v. 36 verwacht, SMR:153).Er was ook van niet-significante sterfte toename van borstkanker bij mannelijke werknemers van de elektriciteitscentrale (10 geobserveerd t.g.v 5,3 verwacht, SMR : 190). De kankers van de pleura kunnen verklaard worden door vroegere blootstelling aan asbest.

EVALUATIE VAN DE BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN EN DE STERFTE TEN GEVOLGE VAN MOTOR NEURON ZIEKTE IN EEN POPULATIEGEBASEERDE COHORT.
Parlett LE, Bowman JD, E. van Wijngaarden
J Occup Environ Med. 2011, 53 :1447-1451.

Het epidemiologische bewijs voor het verband tussen elektromagnetische velden en amyotrofe laterale sclerose, de meest voorkomende vorm van de motor neuron ziekte (MNZ), is onduidelijk. De auteurs evalueren de associatie tussen elektromagnetische velden en MNZ bij werknemers in beroepen die mogelijk wordt blootgesteld aan magnetische velden

MNZ sterfte (ICD-9 335.2) werd onderzocht in de Nationale Longitudinale Mortaliteit Studie met behulp van multivariabele proportionele hazards modellen. Beroepsmatige blootstelling aan magnetische velden werd bepaald aan de hand van een populatiegebaseerde job-exposure matrix. Leeftijd bij de werkstart, opleiding, ras, geslacht en inkomen werden beschouwd voor opname als covariaten

Na correctie voor leeftijd, geslacht en opleiding, waren er geen verhoogde risico’s van MNZ sterfte in relatie tot mogelijke blootstelling aan magnetische velden, met hazard ratios rond de nul in alle kwartielen van magnetische veld blootstelling.

Conclusies: Deze studie biedt geen bewijs voor een verband tussen blootstelling aan magnetische velden en MNZ sterfte.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN VAN DE VADER ALS EEN RISICOFACTOR VOOR KANKER BIJ DE KINDEREN EN JONG VOLWASSENEN: EEN GEVALEN-CONTROLES STUDIE IN NOORD-ENGELAND.
Pearce MS, Hammal DM, Dorak MT, McNally RJ, Parker L.
Pediatr Blood Cancer. 2007; 49: 280-286.

Verschillende studies hebben laten blijken dat beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden (EMV) en ioniserende stralen een rol kan spelen in het ontstaan van kanker bij de kinderen. De auteurs onderzochten of er een verband bestaat tussen het beroep waarbij er een dergelijke blootstelling optreedt van de vaders op het ogenblik van de geboorte en het risico op kanker in het nageslacht, gebruik makend van de data van de Noord Regio Jonge Personen Maligne Ziekten Register (NRYPMDR).

De gevallen (n=4,723) werden gematched voor geslacht en geboortejaar met controles van twee onafhankelijke bronnen: (1) alle andere patiënten van de NRYPMDR met een andere kanker, (2) 100 kankervrije individuen per geval van het Geboorte Register van Cumbrië. Een beroepsblootstellingsmatrix werd gebruikt om de personen in te delen in blootstellingsgroepen. Er was een verhoogd risico op leukemie in het nageslacht van mannen die tewerkgesteld waren in beroepen met verwante blootstelling aan EMV of straling (OR 1,31 ; 95% betrouwbaarheidsinterval (BI): 1,02-1,69), vooral bij de jongens minder dan 6 jaar (OR 1,81 ; 95% BI: 1,19-2,75). Er werd geen significant verband gevonden bij meisjes. Er werden ook verhoogde risico’s vastgesteld voor chondrosarcoma (OR 8,7 ; 95% BI: 1,55-49,4) en nierkanker (OR 6,75 ; 95% BI: 1,73-26,0). Deze associaties waren consistent tussen de controlegroepen en bleven bestaan na correctie voor socio-economische status.

Conclusie: Deze grote gevalen-controles studie identificeert een significant gestegen risico op leukemie in het nageslacht van mannen die gewerkt hebben in beroepen met te verwachten blootstelling aan EMV, met verschillende associaties voor meisjes en jongens. Verder onderzoek is nodig om deze associatie te kunnen begrijpen.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAG FREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP AANDOENINGEN VAN HET CENTRALE ZENUWSTELSEL: EEN UPDATE VAN EEN DEENSE COHORT STUDIE BIJ WERKERS IN NUTSVOORZIENINGEN.
Pedersen C, Poulsen AH, Rod NH, Frei P, Hansen J, Grell K, Raaschou-Nielsen O, Schüz J, Johansen C.
Int Arch Occup Environ Health. 2017 Apr 20.

Het bewijs dat blootstelling aan extreem lage frequentie magnetische velden (ELF-MF) verband houdt met ziektes van het centrale zenuwstelsel is inconsistent. Deze studie actualiseert een eerdere studie van de incidentie van dergelijke ziekten in een grote cohort van Deense nutswerkers door de stijd van de follow-up bijna te verdubbelen. De auteurs onderzochten de risico’s voor dementie, motorneuronziekte, ziekte van Parkinson, multiple sclerose en epilepsie onder 32.006 mannen in dienst bij de 99 nutsbedrijven die Denemarken van elektriciteit voorzien in de periode 1900-1993. Gevallen werden geïdentificeerd in het Deense National Patient Register en de cohort werd gevolgd in 1982-2010. De blootstelling werd geschat uit een jobblootstellingsmatrix op basis van bedrijfsgegevens van de jobtitel en het werkgebied, en de leden van de cohort werden toegewezen aan één van de drie categorieën (<0,1, 0,1-0,99 en ≥1,0 ​​μT).

Voor dementie, multiple sclerose en epilepsie waren de incidentie ratio’s (IRR) dicht bij eenheid, maar hoger voor de motor neuronale ziekte [IRR 1.24, 95% confidentie interval (CI) 0.86-1.79] en lager voor de ziekte van Parkinson (IRR 0,81, 95 % CI 0,67-0,97) bij werknemers blootgesteld aan ≥0,1 μT vergeleken met de Deense bevolking. Voor het hoogste blootstellingsniveau (≥1,0 μT) werden IRR’s van 1,44, 1,78, 1,40 en 1,34 waargenomen voor respectievelijk dementie, motorneuronziekte, multiple sclerose en epilepsie.

Conclusies: De auteurs constateerden verhoogde risico’s voor dementie, motorneuronziekte, multiple sclerose en epilepsie en lagere risico’s voor de ziekte van Parkinson in relatie tot blootstelling aan ELF-MF in een grote groep van nutsbedrijven.

BEROEP EN BORSTKANKER BIJ POOLSE VROUWEN : EEN BEVOLKINGSGEBASEERDE GEVALLEN-CONTROLE STUDIE.
Peplonska B, Stewart P, Szeszenia-Dabrowska N, Rusiecki J, Garcia-Closas M, Lissowska J, Bardin-ikolajczak A, Zatonski W, Gromiec J, Brzeznicki S, Brinton LA, Blair A.
Am J Ind Med. 2007; 50 : 97-111.

In deze studie werden 2386 gevallen van borstkanker (diagnose tussen 2000 en 2003) en 2502 controles opgenomen. Beroepsloopbaan en andere informatie betreffende mogelijke borstkanker risico’s werden verzameld via persoonlijke ondervragingen. Met conditionele logistieke regressie analyse werden odds ratios berekend voor verschillende beroepen en industriesectoren na controle voor mogelijke verstorende variabelen. Men vond een statistisch significante toename van borstkanker bij ingenieurs (OR=2,0; CI:1,0-3,8), economisten (2,1; 1,1-3,8) en verkopers (1,2; 1,0-1,5).

Industriesectoren met significant verhoogde risico’s waren handelsondernemingen (2,2; 1,0-4,3) en producenten van elektronische en elektrische toestellen (2,7; 1,3-5,7). Al deze resultaten werden ondersteund door een statistisch significante positieve trend voor duur van beroep. Een gedaald risico op borstkanker werd waargenomen bij portiers en kuispersoneel (0,7; 0,5-0,8).

 HET VERBAND TUSSEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCH VELDEN EN HET RISICO OP AMYOTROFISCHE LATERALE SCLEROSE.
Peters S, Visser AE, D’Ovidio F, Beghi E, Chiò A, Logroscino G, Hardiman O, Kromhout H, Huss A, Veldink J, Vermeulen R, van den Berg LH; Euro-MOTOR-consortium.
Am J Epidemiol. 2019 Apr 1; 188 (4): 796-805.

De auteurs verkenden het verband tussen beroepsmatige blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF) en elektrische schokken, en het risico op amyotrofische laterale sclerose (ALS) in een gepoolde case-control studie (Europesan Multidisciplinary ALS Network Identification to cure Motor Neuron Degeneration Euro-MOTOR) met gegevens uit 3 Europese landen. ALS-patiënten en populatie-gebaseerde controles werden tussen 2010 en 2015 gerekruteerd in Ierland, Italië en Nederland. Levenslange beroeps- en leefstijlgeschiedenissen werden verkregen met behulp van gestructureerde vragenlijsten. Eerder ontwikkelde job-exposure matrices die blootstellingsniveaus toewijzen aan ELF-MF en aan het potentieel voor elektrische schokken werden toegepast. Odds ratio’s en 95% betrouwbaarheidsintervallen werden geschat door middel van logistische regressie voor blootstelling aan ELF-MF of elektrische schokken, aangepast voor leeftijd, geslacht, studiecentrum, opleiding, roken en alcoholconsumptie en voor de respectievelijke andere blootstellingen. Volledige beroepsgeschiedenis en informatie over storende variabelen waren beschikbaar voor 1.323 klinisch bevestigde ALS-gevallen en 2.704 controles. Beide, ooit blootstelling gehad hebben aan ELF-MF boven het achtergrondniveau (odds ratio = 1,16, 95% betrouwbaarheidsinterval: 1,01, 1,33) en ooit een potentiële blootstelling boven de achtergrond gehad hebben voor elektrische schokken (odds ratio = 1,23, 95% betrouwbaarheidsinterval: 1,05, 1,43) waren geassocieerd met ALS. Aanpassing voor de respectievelijke andere blootstelling resulteerde in vergelijkbare risicoschattingen. Heterogeniteit in risico’s in onderzoekscentra was significant voor beide blootstellingen.

Conclusies: Deze bevindingen ondersteunen mogelijk onafhankelijke associaties van beroepsmatige blootstelling aan ELF-MF en elektrische schokken met het risico op ALS.

 

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING EN BORSTKANKER BIJ TEXTIEL ARBEIDSTERS IN SHANGAI.
Ray RM, Gao DL, Li W, Wernli KJ, Astrakianakis G, Seixas NS, Camp JE, Fitzgibbons ED, Feng Z, Thomas DB, Checkoway H.
Epidemiology, 2007; 18 : 383-392.

Deze gevallen cohorte studie werd uitgevoerd in een cohort van textiel arbeidsters die deelgenomen hebben aan een onderzoek rond zelf onderzoek van de borsten in Shangai, China. 1709 nieuwe borstkanker-gevallen werden vergeleken met een leeftijd gestratificeerde referentie subcohort (n=3155 controles). Een Cox proportioneel hazard model, aangepast aan de gevallen-cohort design werd gebruikt om de hazard ratio’s voor borstkanker te berekenen in relatie tot de duur van tewerkstelling in verschillende jobs en de duur van blootstelling aan verschillende agentia. Er werd geen consistente associatie gevonden met blootstelling aan elektromagnetische velden, solventen of andere chemische stoffen.

HET RISICO VAN KINDEREN OP ACUTE LYMFOBLASTISCHE LEUKEMIE NA BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING VAN DE OUDERS AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN.
Reid A, Glas DC, Bailey HD, Milne E, de Klerk NH, Downie P, Fritschi L; Aus-ALL Consortium.
Br J Cancer. 201, 105: 1409-1413.

Eerdere studies hebben een matige toename gemeld van het risico op acute lymfoblastische leukemie (ALL) bij kinderen van wie de moeder beroepshalve is blootgesteld aan extreem lage frequentie (ELF) elektromagnetische velden. Andere studies die de beroepsmatige blootstelling aan ELF van de ouders en ALL onderzochten hebben gemengde resultaten gemeld.

In een Australische case-control studie over ALL bij kinderen in de leeftijd van minder dan 15 jaar, werden de ouders gevraagd welke taken zij hadden in elke job. Blootstellingsvariabelen werden gemaakt voor een beroepsmatige blootstelling voor de geboorte van het kind, in jobs twee jaar vóór de geboorte, in de jobs 1 jaar voor de geboorte en tot een jaar na de geboorte.

In totaal zijn voor 379 gevallen en 854 controle moeders en 328 gevallen en 748 controle vaders beroepsbeschrijvingen opgemaakt. Blootstelling aan ELF in alle periodes was vergelijkbaar in het case en controle moeders. Er was geen verschil in blootstelling tussen case en controle vaders. Er was geen verband tussen blootstelling van de moeder (odds ratio (OR) = 0,96, 95% CI = 0,74 tot 1,25) of de vader (OR = 0,78, 95% CI = 0,56-1.09) aan ELF enig moment voor de geboorte en het risico van ALL in de kindertijd.

Conclusie: De auteurs vonden geen verhoogd risico op ALL bij kinderen van ouders met een beroepsmatige blootstelling aan ELF.

CASE-CONTROL STUDIE VAN SEMICICULAIRE LIPOATROFIE, EEN NIEUWE BEROEPSZIEKTE VOOR KANTOORPERSONEEL.
Reinoso – Barbero L, González – Gómez MF, Belanger – Quintana D, Pinaga – Sole M, Fernández – Fernández M, Garrido – Astray MC, Capapé – Aguilar A, Mota – Olmeda A, Díaz – Garrido R, Gómez – Gallego F, Bandres – Moya F, Sanz – González J.
J Occup Health. 2013 , 55 (3) :149-157.

Semicirculaire lipoatrofie (SL) is een opkomende beroepspathologie. Zijn etiologie is slecht begrepen. De auteurs willen door middel van een case-control studie de waarschijnlijke risicofactoren vaststellen en het relatieve risico schatten. In het onderzochte bedrijf waren er 55 gediagnosticeerde gevallen. Als controle werden de 3 dichtstbijzijnde gezonde collega’s aan elk geval gebruikt. De chi kwadraat, odds ratio en logistische regressie werden berekend voor verschillende blootstellingen, gedurende de periode van 3 jaar, van september 2007 tot augustus 2010. Er was 100 % participatie voor de gevallen en 70,9 % voor de controles (verhouding 1 : 2,1 case-control ). Het enige risicovariabelen die gevonden werden zijn vrouwelijk geslacht (p < 0.02) en blootstelling aan leunen op de rand van een tafel (p < 0.01). Daarnaast gaf een uitsplitsing naar geslacht een veel sterkere associatie voor leunen op de rand van een tafel bij vrouwen (p < 0.01) dan bij mannen (p = 0,67). Vrouwelijk geslacht en leunen op de rand van een tafel (herhaalde microtrauma), vooral bij vrouwen, zijn risicofactoren voor de ontwikkeling van SL. Andere variabelen lijken verstorende factoren te zijn die geassocieerd zijn met het vrouwelijke geslacht. Er waren geen SL gevallen die een statistisch significant relaties met een voorgeschiedenis van kanker of auto-immuunziekten aantoonden. Er was ook geen verband met het dragen van jeans.

Conclusie : Er is een nieuw risico voor kantoorpersoneel naast de meer traditionele aandoeningen (musculoskeletale, oculaire en psychosociale). Verdere studies zijn nodig om te evalueren wat kan beschouwd worden als een ondergediagnosticeerde aandoening, omdat er een groot aantal mensen zijn die mogelijks zijn blootgesteld en er over deze kwestie zeer weinig informatie is in de literatuur.

CARDIOVASCULAIRE MORTALITEIT EN BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAG FREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN: COHORT STUDIE VAN DE ZWITSERSE TREIN ARBEIDERS.
Röösli M, Egger M, Pfluger D, Minder C.
Environ Health. 2008; 7:35.

In vroegere studies werd aangetoond dat blootstelling aan intermittente magnetische velden van 16 Hz aanleiding kon geven tot gedaalde hartritme variabiliteit en dat gedaalde hartritme variabiliteit een voorspellende factor is van cardiovasculaire mortaliteit. De auteurs onderzochten de cardiovasculaire mortaliteit bij de werknemers van de Zwitserse spoorwegen die blootgesteld zijn aan verschillende niveaus van intermitterende 16,7 Hz magnetische velden. Van 1972 tot 2002 bestudeerden ze een cohorte van 20.141 werknemers waaronder hoog blootgestelde treinbestuurders (gemiddelde levenslange blootstelling 120,5 μT-jaren) en minder en weinig blootgestelde rangeerterrein ingenieurs (42,1 μT-jaren) treinbegeleiders (13,3 μT-jaren) en stationschefs (5,7 μT-jaren). Gedurende een follow-up van 464.129 persoonsjaren werden 5413 overlijdens genoteerd waarvan 3594 werden toegeschreven aan cardiovasculaire aandoeningen. De data werden geanalyseerd met Cox proportionele risico modellen. Voor de ganse cardiovasculaire mortaliteit was de hazard ratio in vergelijking tot de stationschefs, 0,99 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,91-1,02) voor de treinbestuurders, 1,13 (0,98-1,30) voor rangeerplaats ingenieurs en 1,09 (1,00-1,19) voor de treinbegeleiders. De hazard ratio’s voor aritmie gerelateerde overlijdens waren 1,04 (0,68-1,59), 0,58 (0,24-1,37) en 1,30 (0,87-1,93) en voor acuut myocard infarct 1,00 (0,73-1,36) 1,56 (1,04-2,32) en 1,14 (0,85-1,53). De hazard ratio per 100 μT-jaren cumulatieve blootstelling was 0,94 (0,71-1,24) voor arrythmie gerelateerde blootstelling en 0,91 (0,75-1,11) voor acute myocard infarcten.

Conclusies : deze studie geeft evidentie tegen een verband tussen lange termijn beroepsblootstelling aan intermittente 16,7 Hz magnetische velden en cardio-vasculaire mortaliteit.

STERFTE VAN NEURODEGENERATIEVE ZIEKTEN EN BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAGE FREQUENTIE MAGNETISCHE VELDEN: 31JAAR OBSERVATIES BIJ DE WERKNEMERS VAN DE ZWITSERSE SPOORWEGEN.
Röösli M, Lörtscher M, Egger M, Pfluger D, Schreier N, Lörtscher E, Locher P, Spoerri A, Minder C.
Neuroepidemiology. 2007; 28: 197-206.

Het doel van deze studie was te onderzoeken of er een verband is tussen blootstelling aan extreem lage frequentie magnetische velden (ELF MV) en sterfte ten gevolge van verschillende neurodegeneratieve ziekten bij de werknemers van de Zwitserse spoorwegen. De auteurs bestudeerden een cohort van 20.141. Zwitserse spoorwegbedienden met 464.129 persoon-jaren follow-up tussen 1972 en 2002. Voor elke persoon werd een cumulatieve blootstelling berekend op basis van metingen en modellen over vroegere blootstelling. Oorzaak specifieke sterfte in de hoogst blootgestelde groep van treinbestuurders (gemiddelde blootstelling 21 μT) werd vergeleken met minder blootgestelde beroepsgroepen (bijvoorbeeld: stationschefs met gemiddelde blootstelling van 1 μT).

De gevaarsratio voor treinbestuurders vergeleken met stationschefs was 1,96 [95% betrouwbaarheidsinterval (BI): 0,98-3,92] voor seniele dementie en 3,15 (95% BI: 0,90-11,04) voor de ziekte van Alzheimer. Voor elke cumulatieve blootstelling van 10 μT-jaren steeg de mortaliteit voor seniele dementie met 5,7% (95% BI: 1,3-10,4), voor de ziekte van Alzheimer met 9.4% (95% BI: 2,7-16,4) en voor amyotrofe lateraalsclerose met 2,1% (95% BI: -6,8 to 11,7). Er was geen evidentie voor een stijging van de sterfte door de ziekte van Parkinson en multiple sclerose.
Besluit: Deze studie wijst op het verband tussen blootstelling aan ELF MV en de ziekte van Alzheimer en geeft anduidingen dat ELF MV mogelijks interfereren in de latere stadia van het ziekteproces.

LEUKEMIE, HERSENTUMORS EN BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAGE FREQUENTIE MAGNETISCHE VELDEN: EEN COHORT STUDIE BIJ HET ZWITSERSE SPOORWEG-PERSONEEL.
Röösli M, Lörtscher M, Egger M, Pfluger D, Schreier N, Lörtscher E, Locher P, Spoerri A, Minder C.
Occup Environ Med. 2007; 64 :553-559.

Het doel van deze studie is de relatie te onderzoeken tussen de blootstelling aan extreem lage frequentie magnetische velden (ELF MV) en sterfte door leukemie en hersentumoren in een cohort van Zwitsers spoorwegpersoneel. 20.141 Zwitserse spoorwegbedienden met 464.129 persoon-jaren follow-up tussen 1972 en 2002 werden bestudeerd. De sterfte wegens leukemie en hersentumoren in de hoogst blootgestelde groep van treinbestuurders (gemiddelde blootstelling 21 μT) werd vergeleken met deze van een laag blootgestelde groep (zijnde stationschefs met gemiddelde blootstelling van 1 μT).

Hiervoor werd de individuele cumulatieve blootstelling berekend op basis van metingen en modellen over vroegere blootstelling. De gevaarsratio voor sterfte ten gevolge van leukemie van treinbestuurders was 1,43 (95% betrouwbaarheidsinterval (BI): 0,74-2,77) in vergelijking met de stationschefs. Voor myeloide leukemie was de gevaarsratio van treinbestuurders 4,74 (95% BI: 1,04-21,60) en voor de ziekte van Hodgkin 3,29 (95% BI: 0,69-15,63). Sterfte door lymfoide leukemie, niet-Hodgkin lymfoom en hersentumoren was niet geassocieerd met blootstelling aan magnetische velden. Gelijklopende resultaten werden bekomen in analyses op basis van individuele cumulatieve blootstelling.

Conclusies: Enige evidentie van een blootstelling – respons associatie werd gevonden voor myeloide leukemie en ziekte van Hodgkin, maar niet voor andere haematopoietische and lymfatische maligniteiten en hersentumoren.

BEROEPSMATIGE RISICOFACTOREN VOOR DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER: EEN REVIEW DIE DE KWALITEIT VAN DE GEPUBLICEERDE STUDIES NAGAAT.
Santibáñez M, Bolumar F, García AM.
Occup Environ Med. 2007 ;64: 723-732.

Epidemiologische evidentie voor een verband tussen de ziekte van Alzheimer (ZVA) en de bestudeerde beroepsblootstellingen aan pesticiden, solventen, lood, aluminium en elektromagnetische velden (EMV) is inconsistent.
Epidemiologische studies gepubliceerd voor juni 2003 werden op een systematische wijze opgezocht in PubMed en Toxline. 24 studies (21 gevallencontroles studies en 3 cohort studies) werden verzameld. De mediane globale kwaliteitsindex GKI was 36,6% (19,5 tot 62,9%). De meeste gevallen-controles studies hadden een GKI van minder dan 50%. De
studie met de hoogste GKI was een cohort studie. De kans op blootstellingsmisclassificatie kwam voor in 18 van de 21 studies. De mogelijkheid op informatie bias wegens het gebruik van vervangende informanten kwam voor in 17 studies.
In 11 studies was er mogelijks misclassificatie van de aandoening en in 10 studies mogelijks selectie bias.

Elf studies onderzochten het verband tussen de ZVA en solventen, zeven met EMV, zes met pesticiden, zes met lood en drie met aluminium. Voor pesticiden vonden de studies van grotere kwaliteit en met prospectieve design een verhoogd en statistisch significant risico. Voor de andere blootstellingen was de evidentie voor een associatie minder consistent (EMV en solventen) of afwezig (lood en aluminium).

FYSISCHE ACTIVITEIT EN BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP.
Savitz D.A., Herring A.H., Mezei G., Evenson K.R., Terry J.W. Jr, Kavet R.
Epidemiology 2006;17 : 222-225.

Piek magnetische veld blootstelling werd in 2 recente studies geassocieerd met een verhoogd risico op miskraam. Beperkte fysische activiteit zou de gemeten bloot-stelling kunnen beïnvloeden en op die wijze de studieresultaten verstoren.

De onderzoekers gaven 100 zwangere vrouwen een Actigraph accelerometer en een EMDEX magnetisch veld metertijdens een periode van 7 dagen. Ze evalueerden het verband tussen fysieke activiteit en de blootstelling aan magnetische velden (piek en tijdgewogen gemiddelde) gebruik makend van lineair gemengde modellen. Ze vonden een positieve associatie tussen het niveau van activiteit en de kans om een verhoogde blootstelling op te lopen voor zowel werkende als niet-werkende vrouwen.

Besluit: Fysische activiteit kan de piek magnetische veld blootstelling beïnvloeden. Als de vroege zwangerschapsnausea en de latere hinder van gezonde zwanger-schappen kan leiden tot beperkte fysische activiteit, kan dit de associatie tussen de gemeten magnetische veldsterkte en het gezondheidseffect verstoren.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN LAGE FREQUENTIE MAGNETISCHE VELDEN EN DEMENTIE : EEN GEVALLEN-CONTROLES STUDIE.
Seidler A, Geller P, Nienhaus A, Bernhardt T, Ruppe I, Eggert S, Hietanen M, Kauppinen T, Frolich L.
Occup Environ Med. 2007; 64 : 108-114.

Sommige studies duiden op een verband tussen dementia en blootstelling aan lage frequentie magnetische velden, maar het verband blijft onduidelijk. In deze studie werden 195 patiënten met dementie opgenomen waarvan er 108 Alzheimer, 59 vasculaire dementie en 28 een secundaire dementie hadden. Er waren 229 controles.

Gegevens werden verzameld in een gestructureerd persoonlijke ondervraging. Bij de gevallen werd de directe verwante ondervraagd. De blootstelling aan elektromagnetische velden werd ingeschat door expert evaluatie. De beroepen met hogere blootstelling werden op voorhand vastgelegd. Odds ratios werden berekend met logistieke regressie. Er werd gecontroleerd op leeftijd, geslacht, regio, dementie bij de ouders en rokers. Blootstelling aan magnetische velden was niet significant geassocieerd met dementie. De studie beperken tot enkel de gevallen met Alzheimer en vasculaire dementie leverde ook geen significante resultaten op. Er was een verhoogd risico op dementie bij arbeiders (elektriciteit, elektronica, metaal, bouw, voeding en drank).

EFFECT VAN ELF MAGNETISCHE VELDEN OP ANTIOXIDANT ACTIVITEIT IN PLASMA EN RODE BLOEDCELLEN VAN LASSERS.
Sharifian A, Gharavi M, Pasalar P, Aminian O.
Int Arch Occup Environ Health. 2009; 82: 259-266.

De globale serum antioxidant status (TAS), rode bloedcellen, glutathione peroxidise (GPX) en superoxide dismutase (SOD) werden gemeten bij 46 puntlassers die beroepshalve blootgesteld waren aan 50 Hz magnetische velden met een veldsterkte tussen 8,8-84 microT en elektrische velden met een veldsterkte tussen 20-133 V/m. De resultaten werden vergeleken met een niet-blootgestelde controlegroep. De correlatie tussen magnetische veldsterkte en antioxidant activiteit in rode bloedcellen en plasma werd bepaald. Er werden geen significante verschillen in TAS vastgesteld (P = 0,065). In de rode bloedcellen van de blootgestelde groep werd een significante daling van SOD en GPX activiteit vastgesteld (P = 0,001 and 0.003). Deze daling bedroeg 22 and 12.3%. Verder werd een significante negatieve correlatie gevonden tussen SOD/GPX activiteit en magnetische veldsterkte (SOD coëfficiënt: -0,625, P = 0,0001 en GPX coëfficiënt: -0,348, P = 0,018).

Conclusies: Deze studie toont aan dat ELF magnetische velden de antioxidant activiteit van rode bloedcellen kunnen beïnvloeden en kunnen optreden als oxydatieve stressor. Intracellulaire antioxidant enzymen zoals SOD en GPX blijken de belangrijkste markers van dit proces te zijn.

EFFECT VAN EXTREEM LAAG FREQUENTIE MAGNETISCHE VELDEN OP ANTIOXIDANT ACTIVITEIT IN PLASMA EN RODE BLOEDCELLEN BIJ LASSERS.
Sharifian A, Gharavi M, Pasalar P, Aminian O.
Int Arch Occup Environ Health. 2008 May 27.

Het doel van deze studie was na te gaan of er een relatie bestaat tussen blootstelling aan extreem laag frequente magnetische velden (ELF-MV) en de antioxidant activiteit. De totale serum antioxidant status (TAS), rode bloedcellen (RBC) glutathione peroxidase (GPX) en superoxide dismutase (SOD) werden gemeten bij 46 puntlassers die beroepshalve waren blootgesteld aan 50 Hz ELF-MV (magnetische veldsterkte 8,8 – 84 microTesla en elektrische veldsterkte 20-133 Volt/meter). De resultaten werden vergeleken met een niet-blootgestelde controlegroep. De correlatie tussen magnetische veldsterkte en antioxidant activiteit in de RBC’s en plasma werd nagegaan. Er werden geen significante verschillen in TAS niveaus vastgesteld (P = 0,065). Niettemin werd er een significante daling in SOD en GPX activiteit vastgesteld in de RBC van de blootgestelde groep (P = 0,01 en 0,003 respectievelijk). Deze daling was respectievelijk 22% en 12,3%. Verder werd nog een significante negatieve correlatie gezien tussen SOD/GPX activiteit en magnetische veldsterkte (coëfficiënt voor SOD: -0,625, significantie 0,001 en coëfficiënt voor GPX: -0,348, significantie 0,018).

Conclusies: De resultaten van deze studie laten zien dat ELF-MV kan interfereren met RBC antioxidant activiteit en kan werken als oxidatieve stressor. Intracellulaire antioxidant enzymen zoals SOD en GPX waren de belangrijkste markers van het proces. De invloed van magnetische velden op de antioxidant activiteit van RBC kan optreden bij blootstellingniveaus onder de aanbevolen grenswaarden.

MAGNETISCHE VELDEN EN HET RISICO OP LEUKEMIE BIJ DE WERKNEMERS VAN DE ELEKTRICITEITSVOORZIENING IN HET VERENIGD KONINKRIJK.
Occup Med. 2014; 64 (3): 150-156.
Sorahan T.

De doelstelling van deze studie was om te onderzoeken of leukemie risico’s gerelateerd zijn aan blootstelling aan laagfrequente magnetische velden. Leukemie risico’s bij 73.051 medewerkers van de voormalige Central Electricity Generating Board van Engeland en Wales werden onderzocht voor de periode 1973-2010. Alle medewerkers werden ingehuurd in de periode 1952-1982 en werden tewerkgesteld voor ten minste 6 maanden in de periode 1973-1982. Gedetailleerde berekeningen werden uitgevoerd door anderen om een beoordeling te maken van de blootstelling aan magnetische velden. Poisson regressie werd gebruikt om het relatieve risico (rate ratio’s) op het ontwikkelen van leukemie of leukemie subtypes te berekenen voor de categorieën van de levensduur, verre en recente blootstelling.

De resultaten voor alle leukemies samen waren onopvallend; risico’s waren dicht bij de eenheid voor alle categorieën blootstelling en er was geen suggestie van risicotoename door cumulatieve (recente of verre) magnetisch veld blootstelling. Er werden geen statistisch significante dosis-respons effecten aangetoond voor acute myeloïde leukemie, chronische myeloïde leukemie of chronische lymfatische leukemie. Er was een significante positieve trend voor acute lymfatische leukemie (ALL), maar dit was vooral gebaseerd op ongewoon lage risico’s in de laagste blootstellingscategorie.

Conclusies: Deze studie vond geen overtuigend bewijs voor de hypothese dat blootstelling aan magnetische velden een risicofactor is voor leukemie. Deze bevindingen zijn consistent met de hypothese dat zowel verre als recente magnetisch veld blootstellingen niet in causaal verband staan met leukemie in het algemeen. De beperkte positieve bevindingen voor ALL kunnen toeval zijn.

NEURODEGENERATIEVE AANDOENINGEN EN BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN BIJ DE WERKNEMERS VAN DE ELEKTRICITEITSVOORZIENING IN HET VERENIGD KONINKRIJK.
Sorahan T, Mohammed N.
Occup Med. 2014; 64 (6): 454-460.

Eerder onderzoek heeft een mogelijk verband gesuggereerd tussen neurodegeneratieve ziekten en de blootstelling aan extreem laagfrequente elektrische en magnetische velden. Het doel van deze studie was om te onderzoeken of de risico’s van de ziekte van Alzheimer, motor neuron ziekte of de ziekte van Parkinson in verband staan met blootstelling aan magnetische velden.

De sterfte binnen een cohort van 73.051 werknemers van de voormalige Central Electricity Generating Board van Engeland en Wales werd onderzocht voor de periode 1973-2010. Alle medewerkers die werden aangeworven in de periode 1952-1982, en ten minste 6 maanden in dienst waren en na 1 januari 1973 nog actief waren werden in de studie opgenomen. Door anderen werden gedetailleerde berekeningen uitgevoerd om een evaluatie te hebben van de blootstelling aan magnetische velden. Poisson regressie werd gebruikt om het relatieve risico (rate ratio) van het ontwikkelen van een van de drie ziekten te berekenen voor verschillende categorieën van blootstelling: volledige, vroegere en recente blootstelling.

Er werden geen statistisch significante trends in gevonden voor één van deze ziekten voor toename van de grootheden van de volledige, recente of verre blootstelling aan magnetische velden.

Conclusies: Er is geen overtuigend bewijs dat de werknemers in de Britse productie en transport van elektriciteit een verhoogd risico hebben op neurodegeneratieve ziekten als gevolg van de blootstelling aan magnetische velden.

INCIDENTIE VAN KANKER BIJ DE WERKNEMERS IN DE ELEKTRICITEITSPRODUCTIE EN-TRANSMISSIE IN HET VERENIGD KONINKRIJK, 1973-2008.
Sorahan T.
Occup Med. 2012; 62:496-505.

Kanker morbiditeit ervaren door een cohort van 81 842 medewerkers van de voormalige Central Electricity Generating Board van Engeland en Wales werd onderzocht voor de periode 1973-2008. Alle medewerkers hadden voor ten minste 6 maanden gewerkt tussen 1973 en 1982. Gestandaardiseerde registratie ratios (SRRs) werden berekend op basis van de nationale cijfers.

Algemene kanker morbiditeit was iets lager dan de verwachting bij zowel mannen als vrouwen. Significante toenames werden gevonden in mannelijke werknemers voor mesothelioom (waargenomen Obs 504, SRR 331), huidkanker (niet-melanoom) (Obs 3187, SRR 107) en prostaatkanker (Obs 2684, SRR 107) en bij vrouwelijke werknemers voor kanker van de dunne darm (Obs 10, SRR 306) en neuskanker (Obs 9, SRR 474). Hersentumoren waren dicht bij verwachting bij mannen en beneden de verwachting bij vrouwen. Leukemie incidentie (alle soorten) was iets lager dan de verwachting bij mannen en vrouwen.

Conclusies: De duidelijke beroepsmatige toename van mesothelioom werd niet gevolgd door een overeenkomstige overmaat aan longkanker, en het niveau van asbest-geïnduceerde longkanker in deze industrie moet laag zijn. Leukemie risico’s daalden met de duur van tewerkstelling; zekere interpretatie van deze bevinding is niet mogelijk. De toename van kanker van de neusholten en de dunne darm zijn waarschijnlijk niet werkgebonden, en de toename van huidkankers kan het gevolg zijn buitenwerk.

STERFTE DOOR DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER, MOTOR NEURON ZIEKTEN EN ZIEKTE VAN PARKINSON IN RELATIE TOT DE BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN: RESULTATEN VAN EEN STUDIE BIJ DE WERKNEMERS VAN DE ELEKTRICITEITSPRODUCTIE EN DISTRIBUTIE IN HET VERENIGD KONINKRIJK, 1973-2004.
Sorahan T, Kheifets L.
Occup. Environ. Med. 2007; 64: 790-791.

Er zijn een aantal studies die een verband leggen tussen blootstelling aan magnetische velden en een verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer en de motor neuron ziekte. De sterfte in een cohort van 83.997 werknemers van het vroegere Centrale ElektriciteitsProductie Bedrijf van Engeland en Wales werd onderzocht in de periode 1973-2004. Alle werknemers waren minstens 6 maanden in dienst in de periode 1973-1982. Loopbaangegevens waren beschikbaar voor 79.972 personen in de periode 1971-93. Informatie over de functie en de werkplaats werden gebruikt om de blootstelling aan magnetische velden te schatten. Twee analytische evaluatiemethoden werden gebruikt om het risico te berekenen: indirecte standardisatie (n=83.997) en Poisson regressie (n=79.972).

De sterfte door de ziekte van Alzheimer en de motor neuron ziekte was niet afwijkend van de mortaliteitscijfers van Engeland en Wales. Er was een randsignificante toename van sterfte door de ziekte van Parkinson. Er werden geen statistisch significante trends gevonden voor deze ziekten in relatie tot de cumulatieve blootstelling aan magnetische velden. Het relatief risico per 10 NTjaar was voor de ziekte van Alzheimer 1,10 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,90-1,33), voor de motor neuron ziekte 1,06 (0,86-1,32) en voor de ziekte van Parkinson 0,88 (0,74-1,05).

Besluit: Er is geen bewijs dat de werknemers in de elektriciteitsproductie en – transmissie in het Verenigd Koninkrijk een verhoogd risico hebben op neurodegeneratieve ziekten tengevolge van blootstelling aan magnetische velden.

IMPLANTEERBARE CARDIOVERTER-DEFIBRILLATOR EN 50-HZ ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN BLOOTSTELLING OP DE WERKPLEK.
Souques M, Magne I, Lambrozo J.
Int Arch Occup Environ Health 2011; 84: 1-6.

De werking van implanteerbare cardioverter defibrillatoren (ICD) kan worden verstoord door blootstelling aan elektromagnetische velden (EMV). Op de werkplek, kunnen sommige werknemers worden blootgesteld aan hogere niveaus elektromagnetische velden dan in het dagelijks leven. De auteurs presenteren een aanpak die gericht is op de beoordeling van de geschiktheid voor het werk in dit soort situatie, op basis van in situ case studies wegens de afwezigheid van klinische en in vivo studies.

Een risicobeoordelingsprotocol werd ontwikkeld om de 50-Hz elektrische en magnetische velden op de verschillende plaatsen waar de werknemer waarschijnlijk aanwezig is te meten. Deze metingen worden uitgevoerd in aanwezigheid van de werknemer, samen met een monitoring van de werking van de ICD.

Alle gevallen van ICD geïmplanteerd werknemers in EDF, het Franse elektriciteitsbedrijf (ongeveer 130.000 werknemers) die mogelijk blootgesteld zijn aan hoge elektrische en / of magnetische velden tussen 2004 en 2009 worden gepresenteerd. Bij deze drie gevallen ging het om andere werkomstandigheden met de blootstelling aan 50-Hz elektrische en / of magnetische velden. Er werd geen interferentie van de ICD waargenomen.

Conclusies: Deze informatie vormt de basis voor de bedrijfsarts om een beslissing over geschiktheid voor het werk te maken. Deze procedure kan worden uitgebreid tot andere medische implantaten en tot elektromagnetische velden met andere frequenties dan 50 Hz.

CARDIALE IMPLANTATEN EN BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN OP DE WERKPLEK.
M. Souques, I. Magne, A. Trigano, R. Frank, M. Héro, P. Schmitt, M. Nadi, F. Audran, J. Lambrozo.
Archives des Maladies Professionnelles et de l’Environnement 2008 ; 69 :547-552.

Pacemakers (PM) en geïmplanteerde cardiovertor-defibrillator (ICD) kunnen verstoord worden door blootstelling aan magnetische velden op het werk. Op basis van experimenteel onderzoek met vrijwilligers en de ervaring van gevallenstudies stellen de auteurs een procedure voor om het risico in dergelijke gevallen te evalueren.

Voor de PM zijn er data die toelaten een beslissing te nemen in de meerderheid van de gevallen. Voor de ICD, is een aangepaste studie noodzakelijk. Een protocol voor risico-evaluatie werd opgemaakt bestaande uit metingen van het magnetisch veld op verschillende plaatsen waar de werknemer komt tijdens de uitvoering van zijn werk. Deze metingen worden uitgevoerd in zijn aanwezigheid terwijl zijn PM of ICD simultaan gemonitord wordt. Er worden 3 gevallen voorgesteld in het artikel.

Conclusie: Een beslissing i.v.m. het risico van het dragen van een PM of ICD kan genomen worden op basis van de beschreven aanpak. De aanpak kan uitgebreid worden naar andere frequenties en andere implantaten.

LASSEN EN STERFTE DOOR ZIEKTE VAN PARKINSON EN ANDERE NEURODEGENERATIEVE ZIEKTEN BIJ MANNEN VAN DE USA, 1985-1999.
Stampfer MJ .
J Occup Environ Hyg. 200;6(5):267-272.

Er is gesuggereerd dat beroepsmatige blootstelling aan mangaan bij lassen een toename van de ziekte van Parkinson en andere neurodegeneratieve ziekten zou kunnen doen ontstaan. Deze studie onderzoekt de relatie tussen een lasberoep en sterfte aan neurodegeneratieve ziekten bij mannen in de USA op basis van het nationale doodsoorzakenregister van 1985 tot 1999.

4.252.490 mannen stierven in deze periode, waarvan 107.773 lassers. Met multivariate logistische regressie modellen werden mortaliteits odds ratios berekend voor de kans om te sterven aan de ziekte van Parkinson of andere neuro-degeneratieve ziekten bij lassers in vergelijking met andere beroepen. In de studieperiode waren er 49.174 overlijdens toegeschreven aan de ziekte van Parkinson, 54.892 aan de ziekte van Alzheimer en 19.018 aan preseniele dementie. Er waren geen aanduidingen van een verhoogd risico op de ziekte van Parkinson bij lassers (MOR = 0.83, 95% BI 0.78-0.88). Er was ook geen verband tussen lassen en de ziekte van Alzheimer (MOR = 0.94, 95% BI 0.89-1.00) en preseniele dementie (MOR = 0.96, 95% BI 0.87-1.06). Er was ook geen aanduiding van een toegenomen risico bij personen jonger dan 65 jaar (MOR = 1.03, 95% BI 0.74-1.44).

Conclusies: Besluiten van deze studie duiden niet op een associatie tussen lassen en de ziekte van Parkinson, de ziekte van Alzheimer of preseniele dementie.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN ACUTE MYELOÏDE LEUKEMIE IN VIER SCANDINAVISCHE LANDEN.
Talıbov M, Guxens M, Pukkala E, Huss A, H Kromhout, Slottje P, Martinsen JI, Kjaerheim K, Sparen P, Weiderpass E, Tryggvadottir L, Uuksulainen S, Vermeulen R.
Cancer Causes Control. 2015; 26 (8): 1079-1085.

De auteurs bestudeerden het verband tussen de blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF) en elektrische schokken en acute myeloïde leukemie (AML) in de Nordic Occupational Cancer Cohort (Nocca). 5409 volwassen AML gevallen gediagnosticeerd tussen 1961 en 2005 in Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden en 27.045 controles gematcht voor leeftijd, geslacht en het land werden opgenomen. Levenslange beroepsmatige ELF-MF blootstelling en het risico van elektrische schokken werden toegewezen aan beroepen die gerapporteerd worden in de volkstellingen door middel van een job-exposure matrix. Hazard ratio (HRS) en 95% betrouwbaarheidsintervallen (95% CI) werden geschat met behulp van conditionele logistische regressie gecorrigeerd voor gelijktijdige beroepsblootstelling die relevant zijn voor het AML risico (bijvoorbeeld benzeen, ioniserende straling). Er werden sensitiviteitsanalyses met verschillende aannames uitgevoerd om de robuustheid van de resultaten te beoordelen. Ongeveer 40% van de proefpersonen werden ooit beroepshalve blootgesteld aan lage niveaus en 7% aan hoge niveaus van ELF-MF, en 18% had ooit op een laag risico en 15% een hoog risico op elektrische schokken. De auteurs observeerden geen associatie tussen beroepsmatige blootstelling aan ELF-MF of elektrische schokken en AML. In vergelijking met de achtergrondblootstelling was de HR 0,88 (95% BI 0,77-1,01) voor de patiënten met hoge niveaus van ELF-MF blootstelling en 0,94 (95% BI 0,85-1,05) voor personen met een hoog risico op elektrische schokken. De resultaten bleven wezenlijk ongewijzigd in gevoeligheidsanalyses met verschillende aannames.

Conclusies: Deze resultaten ondersteunen niet dat er een associatie is tussen beroepsmatige ELF-MF blootstelling of blootstelling aan elektrische schokken en AML.

 INTERACTIES TUSSEN BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAGE FREQUENTIE MAGNETISCHE VELDEN EN CHEMISCHE STOFFEN VOOR HET RISICO OP HERSENTUMOREN IN DE INTEROCC-STUDIE.
Turner MC, Benke G, Bowman JD, Figuerola J, Fleming S, Uren M, Kincl L, Krewski D, McLean D, Ouder ME, Richardson L, Sadetzki S, Schlaefer K, Schlehofer B, Schüz J, Siemiatycki J, Tongeren MV , Cardis E.
Occup Environ Med. 2017 Jun 9. pii: oemed-2016-104080.

Bij gebrek aan duidelijke bewijzen over mogelijke effecten van beroepsmatige blootstelling aan chemische stoffen op de etiologie van hersentumoren is het de moeite waard om de hypothese te onderzoeken dat dergelijke blootstellingen een invloed kunnen hebben op het risico op hersentumor in combinatie met beroepsmatige blootstelling aan extreem lage frequentie magnetische velden (ELF).

INTEROCC is een zeven landen (Australië, Canada, Frankrijk, Duitsland, Israël, Nieuw-Zeeland en Groot-Brittannië), populatie-gebaseerde case-control studie, gebaseerd op de grotere INTERPHONE studie. Incidentgevallen van primair glioma en meningioma werden vastgesteld in de periode 2000 tot 2004. Job-omschrijvingen werden gecodeerd in standaard internationale beroepsklassificaties en schattingen van ELF en chemische blootstellingen werden toegewezen op basis van werkmatrixen. Dichotome indicatoren van cumulatieve ELF (≥50e vs <50ste percentiel, 1-4 jaar blootstellingstijdsvenster) en chemische blootstellingen (ooit tegen nooit, 5 jaar lang) werden gecreëerd. Interactie werd beoordeeld op zowel additieve als multiplicatieve schalen. In totaal werden 1939 glioma-gevallen, 1822 meningioma-gevallen en 5404 controles opgenomen in de analyse met gebruikmaking van conditionele logistische regressie. Er was geen duidelijk bewijs voor interacties tussen ELF en een van de chemische blootstellingen die zijn beoordeeld op glioma- of meningiomarisico’s. Voor gliomen hadden personen in de lage ELF / metalen blootgestelde groep een lager risico dan voorspeld uit marginale effecten. De resultaten waren vergelijkbaar volgens verschillende blootstellingstijdsvensters.

Conclusies: Er waren geen duidelijke bewijzen voor interacties tussen beroepsmatige ELF en chemische blootstellingen ten opzichte van glioma- of meningiomarisico. Verder onderzoek met meer verfijnde schattingen van de beroepsmatige blootstellingen wordt aanbevolen.

BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAGE MAGNETISCHE VELDEN EN HET SIICO OP HERSENTUMOR IN DE INTEROCC STUDIE.
Turner MC, Benke G, Bowman JD, Figuerola J, Fleming S, M Hours, Kincl L, Krewski D, McLean D, Parent ME, Richardson L, Sadetzki S, Schlaefer K, Schlehofer B, Schüz J, Siemiatycki J, van Tongeren M, Cardis E.
Cancer Epidemiol Biomarkers Prev. 2014; 23 (9): 1863-1872.

Beroepsmatige blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF) is een mogelijke risicofactor voor hersentumoren, maar de literatuur is inconsistent. Weinig studies hebben nagegaan of blootstelling aan ELF in verschillende tijdvensters kan worden geassocieerd met specifieke histologische types van hersentumoren. Deze studie onderzoekt het verband tussen ELF en hersentumoren bij de grootschalige INTEROCC studie.

Gevallen van volwassen primair glioom en meningeoom werden verzameld in zeven landen (Australië, Canada, Frankrijk, Duitsland, Israël, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk) tussen 2000 en 2004. Schattingen van de gemiddelde werkdag ELF blootstelling gebaseerd op een job exposure matrix werden bepaald. Schattingen van de cumulatieve blootstelling, gemiddelde en maximale blootstelling, en de blootstellingsduur werden berekend voor het ganse leven, en voor de periodes 1 tot 4, 5 tot 9, en 10 + jaar voor de diagnose en referentiedatum. Er waren 3.761 hersentumor gevallen (1.939 gliomen en 1.822 meningeomen) en 5.404 bevolkingscontroles. Er was geen verband tussen de levenslange cumulatieve blootstelling aan ELF en glioom of meningioom risico. Echter, er waren positieve associaties tussen cumulatieve ELF blootstelling 1 tot 4 jaar voor de diagnose / referentiedatum en het optreden van gliomen [odds ratio (OR) ≥ 90e percentiel versus <25e percentiel, 1,67; 95% betrouwbaarheidsinterval (BI), 1,36-2,07; PLinear trend <0,0001], en, wat zwakkere associaties met meningeoom (OR ≥ 90ste percentiel versus <25e percentiel, 1,23, 95% CI, 0,97-1,57; PLinear trend = 0,02).

Conclusies: De resultaten toonden positieve associaties tussen blootstelling aan ELF in het recente verleden en het optreden van gliomen. Beroepsmatige ELF blootstelling kan een rol spelen in de latere stadia (promotie en progressie) van de tumorigenese in de hersenen.

EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCH VELD BLOOTSTELLING, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN HET RISICO OP DE ZIEKTE VAN PARKINSON.
van der Mark M, Vermeulen R, Nijssen PC, Mulleners WM, Sas AM, van Laar T, Kromhout H, Huss A.
Int Arch Occup Environ Health. 2015 Feb; 88 (2): 227-34.

Eerdere studies hebben geen bewijs getoond voor een verhoogd risico op de  ziekte van Parkinson (PD) na blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-MF) Deze studies waren wel beperkt in hun mogelijkheden om andere blootstellingen in verband met het gebruik van elektriciteit, zoals elektrische schokken aan te pakken. De auteurs evalueerden de associatie van PD met blootstelling aan ELF-MF, elektrische schokken en gewerkt hebben in “elektrische beroepen.” Ze voerden een ziekenhuis gebaseerden case-control studie uit, met 444 PD-patiënten en 876 leeftijd en geslacht gematchte controles. Arbeidsanamnese werd via telefonische interviews verzameld en werd gekoppeld aan een job-exposure matrix voor ELF-MF blootstelling en elektrische schokken. Daarnaast werden vragen over het gebruik van huishoudelijke apparaten met ELF-MF blootstelling, ervaren van elektrische schokken en potentiële confounders bevraagd.

Er werd geen associatie van risico op PD met één van de geëvalueerde blootstellingen in verband met elektriciteit waargenomen. Er werden echter wel heel consistent verminderde risicoschattingen waargenomen in de meerderheid van de onderzochte blootstellingen. Gezien de resultaten van eerdere studies en het gebrek aan een verondersteld mechanisme is het onwaarschijnlijk dat een beschermend effect van ELF-MF of elektrische schokken voor het optreden van PD aanwezig is.

Conclusies: De resultaten van deze studie suggereren dat er geen verband bestaat tussen PD en de blootstelling aan ELF-MF, elektrische schokken of “elektrische beroepen.”

EEN CASE-CONTROL STUDIE VAN BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING AAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN MAGNETISCHE VELDEN EN STERFTE TEN GEVOLGE VAN AMYOTROFISCHE LATERALE SCLEROSE IN DE VS, 1991-1999.
Vergara X, Mezei G, Kheifets L.
J Expo Sci Environ Epidemiol. 2015 Jan; 25 (1): 65-71.

De auteurs onderzochten de relatie tussen beroepsmatige blootstelling aan elektrische schokken (ES) en magnetische velden (MF) en amyotrofe laterale sclerose (ALS) met behulp van 1991-1999 US sterftecijfers. Voor elk van de 5886 opgenomen ALS sterfgevallen werden 10 controles-gematched op sex-, leeftijd-, jaar- en regio geselecteerd uit andere sterfgevallen. Het beroep zoals vermeld op overlijdensakten werd gekoppeld aan job-exposure matrices voor ES en MF. Onderwijs en elektrische beroepen werden geassocieerd met een matig verhoogd ALS risico (odds ratio (OR) = 1.85, 95% betrouwbaarheidsinterval (CI) = 1,67, 2,04; OR = 1,23, 95% CI = 1,04, 1,47, respectievelijk). Voor ES was de OR voor ALS sterfte 0,73 (95% CI = 0,67, 0,79) voor hoge blootstelling en 0,90 (95% CI = 0,84, 0,97) voor middelhoge blootstelling in vergelijking met een lage blootstelling. Voor MF was de OR voor ALS 1,09 (95% CI = 1,00, 1,19) voor hoge blootstelling en 1,09 (95% CI = 0,96, 1,23) voor middelhoge blootstelling in vergelijking met een lage blootstelling. Voor elektrische beroepen waren de OR’s voor ALS  ongevoelig voor wijzigingen in ES, MF of beide.

Conclusies: In overeenstemming met eerdere publicaties  werd een associatie tussen elektrische beroepen en ALS waargenomen. De bevindingen ondersteunen beroepsmatige blootstelling aan ES of MF niet als verklaring.

EFFECTEN VAN BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN OP PLASMA EN HORMONALE BIOMAKERS BIJ MANNELIJKE WERKNEMERS VAN EEN ELEKTRICITEITSCENTRALE.
Wang Z, Fei Y, Liu H, Zheng S, Ding Z, Jin W, Pan Y, Z Chen, Wang L, Chen G, Xu Z, Zhu Y, Yu Y.
Int Arch Occup Environ Health. 2016; 89 (1): 33-42.

Het doel van deze studie was om de effecten van EMV blootstelling op plasmaspiegels van hormonale en inflammatoire biomarkers bij mannelijke werknemers van een elektriciteitscentrale te evalueren. 77 mannelijke werknemers met een hoge beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden en 77 mannelijke controles met een lage blootstelling, gematcht voor leeftijd, werden geselecteerd uit een dwarsdoorsnede onderzoek. De hoge blootstellingsgroep had een grotere blootstelling aan elektromagnetische velden door walkie-talkie gebruik en blootstelling aan de 50 Hz EMF op de werkplekken. Om relevante informatie te verkrijgen werd een vragenlijst toegepast over van sociaal-demografische kenmerken, leefstijlfactoren, en EMF blootstelling. Plasmaspiegels van testosteron, estradiol, melatonine, NF-KB, heat-shock eiwitten (HSP) 70, HSP27 en TET1 werden bepaald met een enzymgekoppelde immunosorbent assay.

De blootgestelde groep had statistisch significant lagere niveaus van testosteron (β = -0,3 nmol / L, P = 0,015), testosteron / estradiol (T / E2) ratio (β = -15,6, P = 0,037), en NF-KB ( β = -20,8 ng / l, p = 0,045) dan de controlegroep. Bovendien werden gekoppelde effecten tussen beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden en de duur van tewerkstelling, mobiele telefoon kosten, jaren van gebruik van mobiele telefoons, en kosten van elektriciteitsverbruik op niveau van testosteron en T / E2 verhouding waargenomen. Er werden geen statistisch significante associaties van EMV blootstelling met plasma-estradiol, melatonine, HSP70, HSP27 en TET1 gevonden.

Conclusies: De resultaten toonden aan dat chronische blootstelling aan elektromagnetische velden het mannelijke plasma testosteron en T / E2 verhouding zou doen afnemen wat eventueel van invloed zou kunnen zijn op de voortplantingsfuncties bij mannen. Er werden geen significante associaties tussen blootstelling aan elektromagnetische velden en inflammatoire biomarkers gevonden.

PROSPECTIVE STUDY OF OCCUPATION AND AMYOTROPHIC LATERAL SCLEROSIS MORTALITY.
[Prospectieve studie van het verband tussen beroep en sterfte aan amyotrofe lateraalsclerose.]
Weiskoph M.G., et. al.
Am. J. Epidemiol. 2005; 162(12): 1146-1152.

In de groep van meer dan 1 miljoen deelnemers aan de Kanker Preventiestudie II van de American Cancer Society werd de relatie tussen beroep en sterfte door ALS onderzocht. In deze groep werden tussen 1989 en 2002 507 mannelijke en 430 vrouwelijke ALS overlijdens genoteerd. Gecorrigeerde rate ratios werden berekend. Bij mannen werd een verhoogde ALS sterfte vastgesteld bij programmeurs en labo techniekers. Bij elektriciens en lassers werd geen verhoogde sterfte vastgesteld. Bij vrouwen werd enkel bij machinemonteurs een significant verhoogde ALS sterfte vastgesteld.

Share