Elektromagnetische compatibiliteit is “het vermogen van uitrusting om op bevredigende wijze in haar elektromagnetische omgeving te functioneren zonder zelf elektromagnetische verstoringen te veroorzaken die ontoelaatbaar zijn voor andere uitrusting in die omgeving”.
(Bron: RICHTLIJN 2014/30/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 februari 2014)
Om de elektromagnetische compatibiliteit te illustreren nemen we het voorbeeld van de pacemakers.
De pacemaker (of hartstimulator, of batterij) is een apparaat ingeplant in het organisme dat elektrische impulsies geeft aan het hart en zo de hartslag regelt in geval van storing.
Hoe functioneert hij in zones met sterke veldconcentraties?
Met de huidige pacemakers, ingesteld in bipolaire modus met een gewone ventriculaire gevoeligheid (doorgaans 2 mV), is het gevaar voor interferentie vrijwel onbestaande voor normaal voorkomende graden van blootstelling. Pacemakers in unipolaire modus of met een grotere gevoeligheid zijn meer onderhevig aan interferenties. Het verdient aanbeveling om geen kleine motoren (van het type knutselwerktuigen, boormachine) in de onmiddellijke nabijheid van de omhuizing van de pacemaker te gebruiken (Souques, 2004).
Uit voorzorg in werkomgevingen waar sterke velden aanwezig zijn, vraagt u uw cardioloog best welk soort pacemaker bij u werd gebruikt, evenals de programmering en de graad van immuniteit voor elektrische en magnetische velden. Met deze aanwijzingen zal de arbeidsgeneesheer in staat zijn de werknemers hierover informatie te geven.
Meer informatie vindt u in Werknemers met pacemaker van de BBEMG of u kunt contact opnemen met team ACE van de universiteit van Luik.
Referentie : Souques, M. (2004). Influence des champs électromagnétiques non ionisants sur les dispositifs cardiaques médicaux implantables. La Presse Médicale, Vol 33, N° 22 – décembre 2004, pp. 1611-1615.